2MHV - Décrire une personne

1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Hoe beschrijf je iemands haren?

Slide 5 - Open question

Hoe beschrijf je iemands ogen?

Slide 6 - Open question

Hoe beschrijf je iemands lengte?

Slide 7 - Open question

timer
5:00

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Le planning d'aujourd'hui
1. Sur les notes...                                          (maintenant)
2. Évaluer les projets                                 (5-10 min)
3. Introduction d'un nouvel projet       (10 min)
4. Chercher de l'information                  (10-15 min)
5. Petit évaluation                                        (5 min)


Slide 10 - Slide

Noem één top over de projecten tot nu toe.

Slide 11 - Open question

Noem één tip over de projecten tot nu toe.
Dus niet: het is saai/stom/etc.
Maar: Het zou leuker/beter zijn als... Ik leer er meer van als... Ik zou aanraden om.... En waarom?

Slide 12 - Open question

Un nouvel projet:

Chez le médecin



Welke leerdoelen zouden hierbij kunnen horen?

Slide 13 - Slide

Toetsing
De eindtoetsing staat vast:
Een rollenspel met random klasgenoot          dokter-patiënt
Hoe?    Wordt opgenomen tijdens een les.

De tussentoetsing is vooralsnog (kan veranderen):
Bewijzen dat je subleerdoelen hebt behaald.
Hoe?     Wordt nog nader bepaald.

Slide 14 - Slide

Le but d'aujourd'hui
Ik ken Franse benamingen voor lichaamsdelen.

Ik weet hoe ik in het Frans kan zeggen dat ik ergens pijn heb.

                                       Qu'est-ce qu'il faut faire?

                              Qu'est-ce que vous connaissez déjà?

Slide 15 - Slide

Chercher des informations
Cherche le vocabulaire pour le corps humain (menselijk lichaam)
Zoek alleen lichaamsdelen die pijn kunnen doen of gebroken kunnen zijn. 
Schrijf dit netjes op in je vocabulaireschrift + lidwoord (le/la/les)

Comment: individuellement, dans ton livre ou sur l'internet (geen translate)
Durée: 10-15 minutes
Fini (klaar): Cherche: ik heb pijn aan, ik voel me..., misselijk, overgeven, niezen, hoesten, koorts hebben, griep hebben


Slide 16 - Slide

Het hoofd
A
les chaussures
B
la tête
C
le ventre
D
le nez

Slide 17 - Quiz

De keel
A
la gorge
B
le bras
C
le genou
D
le pied

Slide 18 - Quiz

'Ik heb pijn aan...'
A
J'ai de la ...
B
Je me sens ...
C
J'ai mal à ...
D
J'adore ...

Slide 19 - Quiz



Kun je een willekeurig persoon beschrijven voor jouw idee?

Slide 20 - Slide



Kun je een willekeurig persoon beschrijven voor jouw idee?

Slide 21 - Slide



Kun je een willekeurig persoon beschrijven voor jouw idee?

Slide 22 - Slide



Kun je een willekeurig persoon beschrijven voor jouw idee?

Slide 23 - Slide



Kun je een willekeurig persoon beschrijven voor jouw idee?

Slide 24 - Slide



Kun je een willekeurig persoon beschrijven voor jouw idee?

Slide 25 - Slide



Kun je een willekeurig persoon beschrijven voor jouw idee?

Slide 26 - Slide



Kun je een willekeurig persoon beschrijven voor jouw idee?

Slide 27 - Slide



Kun je een willekeurig persoon beschrijven voor jouw idee?

Slide 28 - Slide