A21 p2

1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Le planning d'aujourd'hui
1. Sur les notes...                                          (maintenant)
2. Évaluer les projets                                 (5-10 min)
3. Introduction d'un nouvel projet       (10 min)
4. Chercher de l'information                  (10-15 min)
5. Petit évaluation                                        (5 min)


Slide 2 - Slide

Noem één top over de projecten tot nu toe.

Slide 3 - Open question

Noem één tip over de projecten tot nu toe.
Dus niet: het is saai/stom/etc.
Maar: Het zou leuker/beter zijn als... Ik leer er meer van als... Ik zou aanraden om.... En waarom?

Slide 4 - Open question

Un nouvel projet:

Chez le médecin



Welke leerdoelen zouden hierbij kunnen horen?

Slide 5 - Slide

Toetsing
De eindtoetsing staat vast:
Een rollenspel met random klasgenoot          dokter-patiënt
Hoe?    Wordt opgenomen tijdens een les.

De tussentoetsing is vooralsnog (kan veranderen):
Bewijzen dat je subleerdoelen hebt behaald.
Hoe?     Wordt nog nader bepaald.

Slide 6 - Slide

Le but d'aujourd'hui
Ik ken Franse benamingen voor lichaamsdelen.

Ik weet hoe ik in het Frans kan zeggen dat ik ergens pijn heb.

                                       Qu'est-ce qu'il faut faire?

                              Qu'est-ce que vous connaissez déjà?

Slide 7 - Slide

Chercher des informations
Cherche le vocabulaire pour le corps humain (menselijk lichaam)
Zoek alleen lichaamsdelen die pijn kunnen doen of gebroken kunnen zijn. 
Schrijf dit netjes op in je vocabulaireschrift + lidwoord (le/la/les)

Comment: individuellement, dans ton livre ou sur l'internet (geen translate)
Durée: 10-15 minutes
Fini (klaar): Cherche: ik heb pijn aan, ik voel me..., misselijk, overgeven, niezen, hoesten, koorts hebben, griep hebben


Slide 8 - Slide

Het hoofd
A
les chaussures
B
la tête
C
le ventre
D
le nez

Slide 9 - Quiz

De keel
A
la gorge
B
le bras
C
le genou
D
le pied

Slide 10 - Quiz

'Ik heb pijn aan...'
A
J'ai de la ...
B
Je me sens ...
C
J'ai mal à ...
D
J'adore ...

Slide 11 - Quiz