This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Oefenvragen GTST
Slide 1 - Slide
Inflatie
Deflatie
stijgende prijzen
Verslechterende concurrentie positie
Schulden worden minder waard
Spaargeld wordt meer waard
Dalende koop - kracht
Uitgestelde consumptie
Omzet bedrijven neemt toe
Slide 2 - Drag question
Wanneer spreken we van een depressie?
A
2 maanden laag conjunctuur
B
2 kwartalen lagere economische groei
C
langdurig lagere economische groei + deflatie
D
2 kwartalen laag conjunctuur
Slide 3 - Quiz
Wat kan de centrale bank doen om de inflatie te verlagen.
Slide 4 - Open question
Wanneer uitkeringen / pensioenen meestijgen met de inflatie noemen we dit
A
waardevast inkomen
B
welvaartsvast inkomen
C
vaste uitkering
D
zo hoort het
Slide 5 - Quiz
Leg uit dat producentenvertrouwen een conjunctuur indicator is.
Slide 6 - Open question
Leg uit waarom de scholing van de beroepsbevolking van invloed is op de groei van het bbp.
Slide 7 - Open question
Waarom werken werkloosheidsuitkeringen als automatische stabilisator?
Slide 8 - Open question
De overheid verhoogt flink de budgetten van de zorg. Door deze verhoging ontstaan er meer banen en wordt er meer uitgegeven. De overheid verdient weer een deel van overheidsuitgaven terug. Hoe heet dit effect?