MK 1.4.5 Multimorbiditeit

Thema 11
De oudere zorgvrager en multimorbiditeit
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Thema 11
De oudere zorgvrager en multimorbiditeit

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Ik kan omschrijven wat multimorbiditeit is, welke vormen van multimorbiditeit er zijn en wat hiervan de gevolgen zijn

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Even opfrissen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Subklinische infectie betekent?
A
De zorgvrager is heel erg ziek
B
De zorgvrager heeft wat vage klachten en is wat moe
C
De arts kan alleen de infectie vaststellen
D
De ziekte is chronisch

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Prodromen betekent?
A
Het is duidelijk wat de oorzaak is van het ziek zijn
B
De verschijnselen zijn vaag en het is onduidelijk welke ziekte het is

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van een chronische ziekte
A
Longontsteking
B
Blaasontsteking
C
Appendicitis
D
Ziekte van Parkinson

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Een foudroyant ziekteverloop heb je als?
A
Er een complicatie optreed
B
Je na genezing restverschijnselen overhoudt
C
Het verloop zo heftig is dat er veel schade optreedt, waardoor de patiënt kort na begin overlijdt
D
Je pijn krijgt nadat er een lichaamsdeel is afgezet

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn restverschijnselen
A
Het restje wat overblijft t.g.v. een complicatie
B
Klachten die je nog steeds hebt na genezing
C
Het ervaren van pijn of jeuk aan een afgezet lichaamsdeel
D
Een complicatie waardoor je komt te overlijden

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is Multimorbiditeit?

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

2

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Terminologie
Co-morbiditeit: er zijn meerdere aandoeningen gerelateerd aan een (chronische) ziekte
(bijvoorbeeld depressie bij dementie) 
 Multi-morbiditeit: er zijn meerdere aandoeningen/ziekten tegelijk aanwezig (bijvoorbeeld
parkinson en incontinentie) 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Vormen van multimorbiditeit
  1. de zorgvrager heeft verschillende  ziekten met dezelfde oorzaak
  2. de ene ziekte is een complicatie van een andere
  3. een groep ziekten komt vaak gezamenlijk voor, maar het is nog niet bekend hoe dat komt
  4. een multimorbiditeit kan niet verklaard worden en lijkt op toeval te berusten

Slide 12 - Slide

ad 1: vb door roken : hart en vaatziekten en copd
ad 2: vb nierfalen door chronische diabetes
ad 3 (aids, hiv, gemeenschappelijke oorzaak was)
Hartfalen en diabetes
o Hartfalen en COPD (astma) 
o COPD en eczeem 
o Depressie en angst
De term comorbiditeit wordt gebruikt als men uitgaat van één ziektebeeld. Als de zorgvrager met complicaties van diabetes mellitus in een ziekenhuis wordt opgenomen, dan wordt het voordoen van andere ziekten comorbiditeit bij diabetes mellitus genoemd.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Gevolgen van multimorbiditeit
- Grote invloed op kwaliteit van leven, namelijk: Hoe meer chronische ziekten zich voordoen bij iemand, hoe groter de kans op behandelingen, opnamen in het ziekenhuis, complicaties en vroegtijdig overlijden. 
- Vermindert de mogelijkheid om EIGEN REGIE te blijven voeren.

Kortom:   bij multimorbiditeit is er altijd sprake van een complexe behandeling en zorg, toenemend gebruik van zorg en polyfarmacie (het gebruik van veel, verschillende medicijnen).


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Polyfarmacie
Wanneer een zorgvrager 5 of meer verschillende geneesmiddelen chronisch gebruikt.
uit verschillende medicijngroepen 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Nadelen polyfarmacie
De werking van medicatie bij gebruik door ouderen is weinig bekent, daar de onderzoeken gaan over groepen van 18 tot 65 jaar
Bijwerkingen van medicatie kunnen medicatie gebruik toenemen
Contra indicaties van medicaties ( samen effectievere werking, of net een vertraagde werking)
de afbraak van medicatie is verstoort, i.v.m. enzymsystemen in de lever die langzamer werken.
gebruik van alcohol en drugs
kans op fouten bij beheer en inname
het overzicht kwijt raken

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Rol van verpleegkundige
De zorgvragers moeten telkens beoordelen wat het beste past bij deze specifieke situatie
niet pluis gevoel

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Mevrouw Özkan is 72 jaar. Ze heeft epilepsie, is diabetespatiënt, heeft hoge bloeddruk en last van hartfalen. Er is sprake van polyfarmacie. Ze gebruikt namelijk verschillende medicijnen voor haar aandoeningen. Morgen vindt er een farmacotherapieoverleg plaats met haar en haar arts.

Een farmacotherapieoverleg begint met een farmacotherapeutische anamnese.

Wat houdt dit in?
Zowel mevrouw Özkan als de arts stellen in het farmacotherapieoverleg vragen.
Bedenk vijf vragen die mevrouw Özkan kan stellen. Bedenk ook vijf vragen die de arts kan stellen.
Polyfarmacie stijgt met het klimmen der jaren. Bij zorgvragers boven de 85 jaar loopt de polyfarmacie echter terug.

Waarom?
timer
15:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

01:28
welk advies krijgt mw van de fysio?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

02:04
welk advies krijgt mw Nelissen van de cardioloog en wat zegt de fysio een dag eerder over deze activiteit?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
Maak van Verpleeg-, verzorgingshuizen, thuiszorg 1, Module 11 De oudere zorgvrager en multimorbiditeit, verwerkingsopdrachten 1a-1d, 6a, 6b, 6c, 7a en 7b 
timer
20:00

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Voorbereiding les volgende week:
Beschrijf een casus uit je stage over een kwetsbare oudere.

De gegevens die je verwerkt zijn juist, alleen de naam mag verzonnen zijn.
De casus is minimaal 15 regels en maximaal een half A4 (lettertype 11).
In de casus staan de gegevens om te beoordelen of dit een kwetsbare oudere is. 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions