3m - Les 6 P3 - Konjuktionen und Wortstellung

1 / 22
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning P3
Woche 12 - les 6
Heute 18:00 deadline MO2
Woche 13 - les 7
     ab Donnerstag 31.3.           
Toetsweek
Donnerstag 7.4. : Kapitel 5

Slide 2 - Slide

voorbereiding voor les 6:

maken: opdr. 9 en 10 van § 5.3
leren: Lernbox 1 t/m 3
Let op: opdr. 10 is een MO

Verwerkingsopdrachten na les 6:
maken: opdr. 1 t/m 7 van §5.4
leren: Lernbox 4

Let op: Kapitel 4 slaan we dus over












Slide 3 - Slide

Kapitel 5: grammatica leerdoelen

Grammatik A: werden
Grammatik B en C: sterke werkwoorden
  Grammatik D: voegwoorden en zinsvolgorde
Grammatik E: keuzevoorzetsels

Slide 4 - Slide

Voegwoorden en zinsvolgorde

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

voordat
dat
nadat
of
hoewel
als
omdat
wanneer
wann
nachdem
bevor
ob
obwohl
dass
wenn
weil

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

Ich hoffe, 
dass du Zeit für mich hast. 
hoofdzin
bijzin

Slide 9 - Drag question

Weil ich kein Geld habe,
kaufe ich nichts.
hoofdzin
bijzin

Slide 10 - Drag question

Slide 11 - Slide

Aandachtspunten:


Let op komma's 
→  komma's geven de scheidslijnen tussen verschillende hoofd- en bijzinnen aan. 

Let niet op de lengte van de zin
→ soms zijn bijzinnen (veel) langer dan de hoofdzin.
       "Hij zei, dat ..... bla bla bla bla lange bijzin bla bla bla bla." 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

In welke zin staat de persoonsvorm niet op de goede plek?
A
Morgens esse ich kein Brot.
B
Mein kleiner Bruder nervt mich.
C
Er weglegt sein Handy.
D
Sie stellt ihre Tasche auf den Boden.

Slide 14 - Quiz

In welke zin staat de persoonsvorm niet op de goede plek?
A
Rede doch nicht so viel!
B
Hast du Lust mitzukommen?
C
Laura, fährst du nach Deutschland?
D
Mit dir zusammen ich will nicht reisen.

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Welke bijzin heeft de juiste zinsvolgorde?
A
Ich denke, dass du hast Recht gehabt.
B
Ich denke, dass du Recht gehabt hast.

Slide 19 - Quiz

Welke bijzin heeft de juiste zinsvolgorde?
A
Ich hoffe, dass du im Mai kommen kannst.
B
Ich hoffe, dass du im Mai kannst kommen.

Slide 20 - Quiz

Welke bijzin heeft de juiste zinsvolgorde?
A
Weißt du, wo ich das kaufen kann?
B
Weißt du, wo ich das kann kaufen?

Slide 21 - Quiz

voorbereiding voor les 6:

maken: opdr. 9 en 10 van § 5.3
leren: Lernbox 1 t/m 3
Let op: opdr. 10 is een MO

Verwerkingsopdrachten na les 6:
maken: opdr. 1 t/m 7 van §5.4
leren: Lernbox 4

Let op: Kapitel 4 slaan we dus over












Slide 22 - Slide