Used to

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Used to

At the end of the lesson you can correctly used to in a sentence. 

Wanneer gebruik je used to?

Used to 

Je gebruikt used to om aan te geven wat vroeger gebeurde / wat je of iemand vroeger deed, maar nu niet meer. 

+ I used to live in Sweden, but I live in Africa now. 

- I didn't use to speak English. 
? Did you use to live in a big house?

Je gebruikt bij used to altijd het hele werkwoord (to + stam)!

Vertaal en gebruik used to in je vertaling:
Ik speelde vroeger buiten.

Vertaal en gebruik used to in je vertaling:
Ze droeg vroeger een bril.

Vertaal en gebruik used to in je vertaling:
Woonde jij vroeger in Amsterdam?

Vertaal en gebruik used to in je vertaling:
Ik at vroeger geen vis.

Vertaal en gebruik used to in je vertaling:
Hij had vroeger een hond.

Vertaal en gebruik used to in je vertaling:
Ze luisterde vroeger niet naar muziek.

Vertaal en gebruik used to in je vertaling:
Las je vroeger veel boeken?

Vertaal en gebruik used to in je vertaling:
Emma had vroeger lang haar.