9.1 weerstanden

Wat is geen spanningsbron?
A
accu
B
batterij
C
schakelaar
D
dynamo
1 / 27
next
Slide 1: Quiz
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3,4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat is geen spanningsbron?
A
accu
B
batterij
C
schakelaar
D
dynamo

Slide 1 - Quiz

Een stroom- of Ampéremeter is altijd parallel geschakeld.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

Ampèremeter

Slide 3 - Slide

Geleiders
Sommige materialen laten elektriciteit door. Zo'n materiaal noemen we een geleider.  

Alle metalen zijn goede geleiders. Veel gebruikte geleiders zijn koper, ijzer, tin en staal. Maar ook andere metalen zoals aluminium, zilver, goud en kwik geleiden elektriciteit goed. 


Geleiders laten elektriciteit goed door

Slide 4 - Slide

Isolatoren
Bijna alle andere materialen laten elektriciteit niet makkelijk door. 


Dit noemen we een isolator. 


Voorbeelden van isolatoren zijn hout, plastic, rubber, glas, keramiek, steen en vooral lucht.
Isolatoren laten geen elektriciteit door

Slide 5 - Slide

Weerstand
Als er stroom door een apparaat loopt ontstaat er weerstand.

Deze weerstand  in een elektriciteitssnoer is o.a. afhankelijk van: 
1. de lengte; Hoe langer het snoer, hoe groter de weerstand.
2. de dikte; Hoe dunner het snoer, hoe groter de weerstand.
Weerstand is hoe makkelijk of hoe moeilijk de elektronen door een materiaal heen bewegen.

Slide 6 - Slide

Een multimeter meet: 
  • Spanning (volt)
  • Stroomsterkte (Ampère)
  •  Weerstand (Ohm)

Slide 7 - Slide

Wet van Ohm
De elektrische stroomsterkte hangt af van twee dingen:
  • de spanning 
  • de weerstand. 

Spanning kun je vergelijken met de kracht waarmee de elektrische deeltjes vooruit geduwd worden. 

Hoe hoger de spanning, hoe groter de stroomsterkte. 

Hoe groter de weerstand, hoe lager de stroomsterkte. 

Slide 8 - Slide

Wet van Ohm

Slide 9 - Slide

Stappen
1. Gegeven
2. Gevraagd
3. Formule
4. Berekening
5. Antwoord +eenheid

Slide 10 - Slide

Uitwerking opdracht 
Gegevens:
I = 1,2 A
R= 15 Ohm

Gevraagd:
U

Oplossing:
Spanning = stroomsterkte x weerstand
U = I x R
U = 1,2 x 15
U = 18 V

Slide 11 - Slide

Opdracht 1

Slide 12 - Slide

Wat is het antwoord?

Slide 13 - Open question

Uitwerking opdracht 1

Slide 14 - Slide

Opdracht 2

Slide 15 - Slide

Wat is het antwoord?

Slide 16 - Open question

Uitwerking opdracht 2

Slide 17 - Slide

Opdracht 3

Slide 18 - Slide

Wat is het antwoord?

Slide 19 - Open question

Uitwerking opdracht 3

Slide 20 - Slide

Opdracht 4

Slide 21 - Slide

Wat is het antwoord?

Slide 22 - Open question

Uitwerking opdracht 4

Slide 23 - Slide

Voorbeeld van een weerstand

Slide 24 - Slide

Symbool weerstand
Hoe teken je een weerstand in een schakelschema? 

Je gebruikt het symbool in het plaatje hiernaast. 

Slide 25 - Slide

Waarde van een weerstand
De waarde van een weerstandje kun je bepalen aan de hand van de gekleurde ringen. 

Op het plaatje hiernaast zie je wat de kleurcode van een weerstand betekent. 

Slide 26 - Slide

Ring 4 en evt 5
De 4e (en soms 5e ring) zijn zilver of goud. Dit betekent dat ze een afwijking hebben. Bij zilver is de afwijking 10% en de gouden 5%. 

Slide 27 - Slide