Les 2 TH: 6.2 Reliëf als klimaatfactor

6.2 Reliëf als klimaatfactor
1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

6.2 Reliëf als klimaatfactor

Slide 1 - Slide

Lesprogramma:
  • Terugblik op de vorige les
  • Uitleg paragraaf 2
  • LessonUp opdrachten
  • Zelfstandig aan het werk met de werkboekopdrachten.
  • Afsluiting van de les. 

Slide 2 - Slide

Zeestroming en klimaat
   Beïnvloeding neerslag                             Beïnvloeding temperatuur

Slide 3 - Slide

Europa:
warme aanlandige wind

Slide 4 - Slide

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
  • beschrijven welke invloed het reliëf op het klimaat heeft;



Slide 5 - Slide

Klimaatfactoren

Slide 6 - Slide

Op welke twee manieren beïnvloeden bergen het weer?

Slide 7 - Open question

Bergen doen twee dingen

Slide 8 - Slide

Aan welke zijde bevindt zich de loefzijde
A
Noordoost
B
Zuidwest

Slide 9 - Quiz

Hoogtegordels in de bergen

Slide 10 - Slide

Hoogtegordels
          1                        2                        3                        4                       5 

Slide 11 - Slide

Als je 1000 meter stijgt, hoeveel kouder word het dan?
A
3 graden
B
8 graden
C
6 graden
D
12 graden

Slide 12 - Quiz

Temperatuur en hoogte

Per 1000 meter omhoog 
daalt de temperatuur met 
6 graden Celsius.

Slide 13 - Slide

Loef- en lijzijde

Slide 14 - Slide

Nu in praktijk oefenen
Waar ligt de loefzijde:
noord, oost, zuid of west?

Slide 15 - Slide

Welke uitspraak is onjuist?
A
Het regent vaak aan de loefzijde van een berg
B
Laagland is alles onder de 200 meter
C
Hoe hoger de breedtegraad hoe warmer
D
Vanaf de boomgrens kunnen alleen planten en grassen groeien

Slide 16 - Quiz

De boomgrens ligt bij
A
kouder dan -10C in de winter
B
kouder dan 10C in de zomer
C
kouder dan 10C in de winter
D
kouder dan 15C in de zomer

Slide 17 - Quiz

Wat is de goede volgorde van beneden naar boven?
A
Alpenweide - loofbomen - kale rotsen - naaldbomen
B
Loofbomen - naaldbomen -alpenweide - kale rotsen
C
Naaldbomen - loofbomen - kale rotsen - alpenweide
D
Kale rotsen - alpenweide - naaldbomen - loofbomen

Slide 18 - Quiz

Bij welke hoogtegordel hoort dit landschap?
A
Naaldboomgordel
B
Loofboomgordel
C
Alpenweide
D
Boomgrens

Slide 19 - Quiz

Welke hoogtegordel vinden we onderaan de berg?
A
Boomgordel
B
Naaldboomgordel
C
Middelgebergten
D
Loofboomgordel

Slide 20 - Quiz

Hoe noemen we 'sneeuw' dat in de zomer niet smelt en blijft liggen op de toppen van de bergen?

Slide 21 - Open question

Waar zijn de tempratuurverschillen groter? Vlakbij de kust of ver op het land? Verklaar waarom.

Slide 22 - Open question

Huiswerk
Ga aan de slag met opdracht 1 t/m 7 van paragraaf 2 hoofdstuk 6.

Slide 23 - Slide