4.3 - uitleggend tekstverband


Welkom allemaal! Fijn dat jullie er zijn!
Hier:

  • is het rustig en gaan we met respect met elkaar om.
  • staat de telefoon op stil en zit hij in je tas of zak.
  • heb je geen kauwbare dingen in je mond.
  • is iedereen nuttig bezig (nee, spelletjes spelen en praten zijn geen nuttige bezigheden).

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson


Welkom allemaal! Fijn dat jullie er zijn!
Hier:

  • is het rustig en gaan we met respect met elkaar om.
  • staat de telefoon op stil en zit hij in je tas of zak.
  • heb je geen kauwbare dingen in je mond.
  • is iedereen nuttig bezig (nee, spelletjes spelen en praten zijn geen nuttige bezigheden).

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • weet ik wat beeld en opmaak zijn in een tekst

  • weet is wat een leespubliek is.

  • weet ik welke leesmanieren er zijn.

Slide 2 - Slide

Beeld en opmaak (lay-out)
De manier waarop de tekst is vormgegeven. De schrijver maakt de tekst aantrekkelijk voor de lezer.

Opmaak: 
  • verdeling tekst
  • soort letter en grootte
  • kleurgebruik

Slide 3 - Slide

Beeld en opmaak (lay-out)


Beeld: 
  • de keuze van de plaatjes
  • de functie van een plaatje

Slide 4 - Slide

Leespubliek

Slide 5 - Slide

Leespubliek?

Slide 6 - Slide

Leespubliek?

Slide 7 - Slide

Ga naar www.chatgpt.com en vraag of hij in makkelijke taal wil uitleggen wat er met leespubliek wordt bedoeld. Kopieer het antwoord hier naartoe!

Slide 8 - Open question

Leesmanieren
De manier waarop je een tekst leest, hangt af van het doel:
Je moet bijvoorbeeld iets leren. 
Je moet vragen beantwoorden over de tekst.
Je bent op zoek naar informatie

Slide 9 - Slide

Doel 
Aan het einde van de les kun je zelf de juiste leesmanier kiezen om een tekst te lezen.

Slide 10 - Slide

6 leesmanieren
1. Oriënterend lezen
2. Globaal lezen
3. Intensief lezen
4. Zoekend lezen 
5. Lerend lezen
6. Kritisch lezen

Slide 11 - Slide

Globaal lezen

Slide 12 - Slide

Globaal lezen

Slide 13 - Slide

Intensief lezen
Elk woord en elk stukje intensief lezen.
Alles proberen te begrijpen.

Slide 14 - Slide

Zoekend lezen

Bij zoekend lezen ben je op zoek naar het antwoord op een vraag. 




Slide 15 - Slide

Lerend lezen

Slide 16 - Slide

Kritisch lezen

Slide 17 - Slide

Welke leesmanier gebruik je als je uit een lange tekst een paar dingen wilt weten?

Bijvoorbeeld: wie in 2016 het EK Schaatsen won?
A
globaal lezen
B
kritisch lezen
C
zoekend lezen
D
intensief lezen

Slide 18 - Quiz

Waarom is zoekend lezen hiervoor de beste strategie?

Slide 19 - Open question

Welke leesmanier gebruik je als je een tekst uit je schoolboek Biologie wilt snappen?

Slide 20 - Open question

Welke leesmanier gebruik je als je de hoofdzaken uit een tekst wilt halen?
A
Zoekend lezen
B
Globaal lezen
C
intensief lezen
D
Kritisch lezen

Slide 21 - Quiz

Welke leesmanier gebruik je als je een tekst wilt beoordelen?
A
Zoekend lezen
B
Globaal lezen
C
Intensief lezen
D
Kritisch lezen

Slide 22 - Quiz

WAT IS WAAR?
Als ik het 'onderwerp' van een tekst moet benoemen...
A
Gebruik ik één of een paar woorden
B
Kijk ik naar de titel, foto's en plaatjes
C
Lees ik de tekst grondig
D
Kijk ik naar de vetgedrukte alinea's

Slide 23 - Quiz