blok 7 formatieve toets

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

blok 7

herhaling + oefenen

Wat is de stam van het werkwoord 'vallen'?

1. val
2. vall

Wat is de stam van het werkwoord 'werken'?

1. werk
2. werkk
3. wer

Wat is de ik-vorm van het werkwoord 'vallen'?

1. val
2. vall

Wat is de ik-vorm van het werkwoord 'werken'?

1. werk
2. werkk
3. wer

Stam en ik-vorm

Stam= werkwoord - en (vallen --> vall)

ik-vorm= ik.. + werkwoord (ik val) 

Welk werkwoord is een voorbeeld van een sterk werkwoord?

1. bakken
2. planten
3. proeven
4. zitten

Welk werkwoord is een voorbeeld van een zwak werkwoord?

1. lopen
2. vallen
3. antwoorden
4. zitten

Zwakke en sterke werkwoorden

Zwakke werkwoorden: veranderen in de vt niet van klank 

Sterke werkwoorden: veranderen in de vt wel van klank 

Theorie blz. 16 t/m 20 

vt!
Pieter ......................(verhuizen) vorig jaar naar Nunspeet.

1. verhuisde
2. verhuisden
3. verhuiste
4. verhuisten

VT!

Tijdens de pauze ...................... (beseffen) wij dat we nog een tussenuur hadden.

1. besefte
2. besefde
3. besefden
4. beseften

vdw!
Wij hebben echt .................... (boffen) met het mooie weer.

1. gebofd
2. geboft

vdw
Vanaf het hek heb ik mijn nichtje ....................(uitzwaaien)

1. uitgezwaaid
2. uitgezwaait

Ik kan ................................werkwoorden in de VT en het vdw vervoegen

1. heel goed
2. goed
3. nog niet zo goed.

verwijswoorden
Omdat hij verwachtte het boek nodig te hebben, had hij ............... meegenomen.

1. hem
2. haar
3. dat
4. het

Daar staan veel jongens. ............. wachten tot de bioscoop open gaat

1. hij
2. deze
3. die
4. zij

Vorige week was ik in Parijs.
................ daar was het prachtig weer

1. Daar
2. Het
3. Deze
4. Die

Ik heb vertrouwen in de toets

1. Een beetje
2. best veel
3. heel veel