GAN 27/04 Hassah

Correctie huistaak
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 6

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Correctie huistaak

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Meervoud
Is het een bananenwoord?
Splits in lettergrepen: bv. ba – naan. Schrijf het eerste deel over.
Pas de regel open lettergreep toe: lange klank, 1 medeklinker: mondje open – klinkertje lopen
Meervoud= + ‘e’ / + ‘en’
Woorden als katten: wit  witte (korte klank, 1 verschillende medeklinker, ik schrijf medeklinker dubbel)
 Woorden als beren: zwaar  zware (lange klank, 1 medeklinker, mondje open, klinkertje lopen)
 Woorden als honden: slecht  slechte: ik schrijf wat ik hoor (+ e)
 Woorden met tweeklanken, …. (meer dan 1 klinker)  ik schrijf wat ik hoor, bv. nieuwe

Slide 14 - Slide

Alfabetisch rangschikken
 Regel?
STAP 1: Ik duid de eerste letter van het woord aan
STAP 2: Ik rangschik alfabetisch (woord eerste letter uit het alfabet schrijf ik eerst op)
STAP 3: Dezelfde letter? Kijk naar de volgende letter!

 Enkele voorbeelden:
Banaan – trompet – aardbei: aardbei – banaan – trompet
Bakker – bord – bier: bakker – bier – bord
Brand – breek – broek: brand – breek - broek

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Persoonsvorm t.t.
Persoonsvorm/werkwoord
STAM
Doe – en weg
Let ook op voor regeltjes, bv. v – f, bv. schrijven
Stam op D?
Bv. rijden= ik rijd (stam)
                jij rijdt
                rijd je? (vervang door smurfen
indien je geen t hoort, schrijf je er ook geen!)
ANDERE VORMEN? Vervoeg steeds naar persoon!

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide