bs 4

vruchten en zaden 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

vruchten en zaden 

Slide 1 - Slide

herhaling Wat is bestuiving?

Slide 2 - Open question

herhaling: wat zijn de mannelijke voortplantingsorganen van een plant

Slide 3 - Open question

herhaling: wat is bevruchting

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Video

Herhaling: Wat zit er in de stuifmeelbuis?
A
de kern van een eicel
B
de kern van een stuifmeelkorrel
C
een bevruchte eicel
D
een bevruchte stuifmeelkorrel

Slide 6 - Quiz

Herhaling: nummer
1 t/m 4 wat is dit?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Video

Een vrucht 
Na de bevruchting begint in het vruchtbeginsel een of meer zaadbeginsels te groeien. Alleen de zaadbeginsels waarin eicellen zijn bevrucht groeien uit tot zaden. 
Wat niet bevrucht is verschrompeld. Het vruchtbeginsel word groter en groeit uit tot een vrucht. De zaden bevinden zich in de vrucht. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

De verspreiding van zaden
is belangrijk omdat
A
er dan meer kans is dat zaden kiemen
B
er dan meer dieren de zaden kunnen vinden

Slide 12 - Quiz

Wat groeit er uit het vruchtbeginsel?
A
De vrucht zoals appels, bonen, peren, pruimen
B
Het zaad zoals pitten, bonen

Slide 13 - Quiz

Je ziet hiernaast een appel. Hoeveel vruchten en zaden zie je?
A
1 vrucht 1 zaadje
B
1 vrucht 2 zaadjes
C
2 vruchten 1 zaadje
D
2 vruchten 2 zaadjes

Slide 14 - Quiz

vruchten en zaden kunnen worden verspreid door?
A
dieren, wind, insecten,water
B
dieren,wind,water,plant zelf
C
plant zelf, dieren, water ,insecten
D
insecten,wind , plant zelf,

Slide 15 - Quiz