H5 havo 4

• Middelbare school

programma

Veel vragers, veel aanbieders, homogeen product.

1. Monopolie
2. Volkomen concurrentie
3. Homogeen oligopolie
4. Monopolistische concurrentie

Chocolade is een homogeen product.

1. Waar
2. Niet waar

Aantal aanbieders bij:
monopolie

1. veel
2. weinig
3. één

Veel aanbieders, weinig vragers en een heterogeen product.

1. Monopolie
2. Volkomen concurrentie
3. Monopolistische concurrentie
4. Heterogeen oligopolie

Wat voor een marktvorm vormen de terrasjes in Maastricht?

1. volkomen concurrentie
2. monopolie
3. oligopolie
4. monopolistische concurrentie

Deze marktvorm(en) kent/kennen een transparante markt

1. Monopolie
2. Oligopolie
3. Monopolistische concurrentie
4. volkomen concurrentie

Wat is er "vrij" beschikbaar bij een transparante markt?

1. Alle kosten van een bedrijf
2. Alle papieren van een bedrijf
3. De aangeboden producten binnen vraag en aanbod
4. De aangeboden diensten die een bedrijf levert

Hoe ontstaat er werkloosheid?

1. Vraag naar arbeid is groter dan het aanbod van arbeid
2. Aanbod van arbeid is groter dan de vraag naar arbeid
3. Als de pensioenleeftijd omlaag gaat
4. Als vraag naar arbeid en aanbod van arbeid gelijk zijn

De arbeidsmarkt is ......

1. de vraag naar arbeid
2. de vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid
3. het aanbod van arbeid

Vraagfunctie Qv=-10L+800
loon = 30
Het consumenten surplus bedraagt?

1. 15000
2. 40000
3. 12500
4. 25000

Wat is de beroepsbevolking?