grammatica zinsdelen les 5 zinsdeelzinnen

Lesdoel
Je weet wat een samengestelde zin is, je herkent de structuur van een samengestelde zin met twee persoonsvormen en je kunt de bijzin benoemen.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Lesdoel
Je weet wat een samengestelde zin is, je herkent de structuur van een samengestelde zin met twee persoonsvormen en je kunt de bijzin benoemen.

Slide 1 - Slide

Programma (2 lesuren)
Let op: donderdag a.s. krijg je een diagnostische toets tijdens de les!
Volgende week maandag ronden we de stof af en op maandag 6 februari is de toets! Vakhulp?
1) Nakijken huiswerk:  opdracht 1 en 2 van 
grammatica zinsdelen H5 (blz. 149). 
2) Opdracht maken en bespreken
***
3) Individueel lesje maken in LessonUp
4) Keuze-opdracht

Slide 2 - Slide

zinsdeel of zinsdeelzin?
Een bijzin is een zinsdeelzin. Hier zit dus een persoonsvorm in, want anders is het geen bijzin!

Een zinsdeel bestaat uit een woord of een woordgroep.:
De ijverige leerlingen, het onbekende meisje, de ontdekking van de eeuw, vanwege een enorme storm enzovoort

Slide 3 - Slide

Nakijken opdracht 1, blz. 149
a) zinsdeel (lv)
b) zinsdeelzin (lv-zin)
c) zinsdeelzin (bwb-zin)
d) zinsdeel (bwb)
e) zinsdeel (ow)
f) zinsdeelzin (ow-zin)

Slide 4 - Slide

Stappenplan functie bijzin benoemen
Om te bepalen wat de functie is van de bijzin, kun je onderstaande stappen volgen:
1) Bepaal de bijzin
2) Vervang de bijzin door een woord of woordgroep
3) Ontleed deze nieuwe zin
4) De bijzin heeft dezelfde functie als als het woord/woordgroep waardoor je hem hebt vervangen.

Slide 5 - Slide

Opdracht 2, blz. 149
Bij deze opdracht heb je niet te maken met een bijzin, maar met een zinsdeel. Het is de bedoeling dat je van het onderstreepte zinsdeel een zinsdeelzin (dus een bijzin) maakt. Deze bijzin heeft dezelfde functie als het onderstreepte zinsdeel!
Eerst laat ik je de uitwerkingen zien (hoe pak je het aan), daarna volgen pas de antwoorden.

Slide 6 - Slide

Uitwerking opdracht 2. Check aan de hand van deze uitwerkingen je huiswerk. Kloppen jouw antwoorden?
  • a) De marathon/ kon/ niet/ doorgaan /wegens invallende dooi.
  • Wat is de functie van 'wegens invallende dooi'?
  • Je kunt dit zinsdeel als volgt vervangen:
  • De marathon/ kon /niet/ doorgaan /doordat de dooi inviel.

  • b) Rond middernacht /zal /de NOS/ de uitslag van de verkiezingen /bekendmaken.
  • Wat is de functie van 'de uitslag van de verkiezingen'?
  • Je kunt dit zinsdeel als volgt vervangen:
  • Rond middernacht/ zal /de NOS/ bekendmaken/ wat de uitslagen van de verkiezingen zijn. 

Slide 7 - Slide

Uitwerking opdracht 2
  • c) Aan wanbetalers/ stuurt/ dit bedrijf/ al heel snel/ een dreigbrief.
  • Wat is de functie van 'aan wanbetalers'?
  • Je kunt dit zinsdeel als volgt vervangen:
  • Aan wie niet betaalt,/ stuurt/ dit bedrijf /al heel snel /een dreigbrief.

  • d) Een diabetespatient/ krijgt/ tegenwoordig /vaak/ een insulinepompje.
  • Wat is de functie van 'Een diabetespatiënt'?
  • Dit zinsdeel kun je als volgt vervangen:
  • Wie lijdt aan diabetes,/ krijgt /tegenwoordig /vaak/ een insulinepompje.


Slide 8 - Slide

Uitwerking opdracht 2
  • e) Waarom/ zetten/ jullie/ je GoingGlobal-ervaringen in Ghana/ niet/ op de schoolwebsite? 
  • Wat is de functie van 'je GoingGlobal-ervaringen in Ghana'?
  • Je kunt dit zinsdeel als volgt vervangen:
  • Waarom /zetten /jullie /wat jullie bij GoingGlobal in Ghana hebben ervaren/niet/op de schoolwebsite?

  • f) Na ontvangst van je betaling/ zenden/ we/ je/ het artikel/ toe.
  • Wat is de functie van 'na ontvangst van je betaling'?
  • Je kunt dit zinsdeel als volgt vervangen:
  • Nadat we je betaling hebben ontvangen,/ zenden/ we/ je/ het artikel/ toe.

Slide 9 - Slide

Antwoorden opdracht 2
A) Het zinsdeel is een bwb > De bijzin is hier dus een bwb-zin!
B) lv > lv-zin
C) mv > mv-zin
D) ow > ow-zin
E) lv > lv-zin
F) bwb > bwb-zin
Het zinsdeel dat je vervangen hebt, zoals in de voorbeelden in de vorige slides, heeft steeds dezelfde functie als de zinsdeelzin!!!!

Slide 10 - Slide

Maak opdracht 3.1
Maak deze opdracht in je schrift.
Ben je klaar, noteer dan ook de betekenis van de spreekwoorden (opdracht 3.2)
We gaan deze opdracht zo bespreken!

Slide 11 - Slide

Antwoorden opdracht 3.1, blz. 149
  • a) bijzin = 'wie in het een glazen huis woont'= ow-zin
  • b) bijzin = 'als het kalf verdronken is' = bwb-zin
  • c) bijzin = 'wat in het vat zit' = ow-zin
  • d) bijzin = 'voordat de beer geschoten is' = bwb-zin
  • e) bijzin = 'wat men in dronkenschap doet' = lv-zin
  • f) bijzin = 'zoals de ouden zongen' = bwb-zin
  • 3.2 Wat betekenen deze spreekwoorden?

Slide 12 - Slide

Maak de opdracht in LessonUp (Grammatica zinsdelen opdrachten bij les 5) af! Klaar? 
Het lukt wel, maar ik wil toch zelf nog wat extra oefenen.
Ik vraag extra oefenmateriaal bij de docent.
Het gaat nog niet zo goed, dus ik vraag de docent om extra uitleg.
Het gaat goed.
Ik ga lekker lezen!
(Haal een tekst op bij de docent).

Slide 13 - Slide