6.5 Mens en milieu (Kader)

Mens en milieu
6.5
1 / 33
next
Slide 1: Slide
men en natuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Mens en milieu
6.5

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kunt enkele oorzaken en gevolgen noemen van uitputting en vervuiling.
  2. Je kunt enkele oorzaken en gevolgen noemen van
    klimaatverandering.

Slide 2 - Slide

Zijn we met teveel ? vanaf de jaren vijftig is aantal mensen verdubbeld.  

Slide 3 - Slide

Bevolkingsgroei

Slide 4 - Slide

Bevolkingsgroei is een oorzaak voor het stijgen van het energieverbruik.
A
goed
B
fout

Slide 5 - Quiz

Milieuproblemen
  • Belangrijkste oorzaak van milieuproblemen zij
  • - de bevolkingstoename
  • - de manieren van leven van mensen
  • De mens zorgt op 2 manieren voor milieuproblemen:
  • - Door uitputting.
  • - Door vervuiling.

Slide 6 - Slide

Uitputting
  • Gebruik van fossiele brandstoffen. (aardolie, aardgas, steenkool
  • Ontginnen van grondstoffen aardolie voor voor kunstoffen, zand (voor glas en bouwmaterialen)(en metaalerts voor ).

Slide 7 - Slide

Ontginnen coltan door kinderen

Slide 8 - Slide

De invloed op de natuur

Slide 9 - Slide

Vervuiling
  • stikstof (zit in mest)(uitlaatgassen) 
  • Deze verbrandingsgassen komen in de lucht = luchtvervuiling.
  • Stoffen komen in de bodem terecht (giffen en chemicaliën) = bodemvervuiling.
  • Soms komen (giftige) stoffen ook terecht in het water = watervervuiling.

Slide 10 - Slide

Watervervuiling

Slide 11 - Slide

Luchtvervuiling

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Vervuiling     Uitputting    Aantasting
Waar hoort elke afbeelding bij?
Sleep de afbeeldingen naar de juiste plek

Slide 14 - Drag question

Slide 15 - Video

Broeikaseffect
  • Door uitstoot van koolstofdioxide en waterdamp ontstaat er een soort 'deken' over de Aarde.
  • De warmte die instraalt kan moeilijker weg.
  • Hierdoor opwarming.
  • Vergelijkbaar met een kas ==> broeikaseffect.                                 dankzij broeikaseffect is de aarde gemiddeld 15 graden zou het er niet aanwezig zijn dan was het veel kouder -18 graden    (waarschijnlijk geen leven op aarde) 

Slide 16 - Slide

broeikaseffect
Versterkt broeikaseffect

Slide 17 - Slide

Versterkt broeikaseffect

Slide 18 - Slide

versterkt broeikaseffect
Een deel van de warmte-uitstraling van de aarde wordt tegengehouden door gassen in de dampkring
- Zonder dit broeikaseffect zou temp op aarde 30 graden lager zijn
- De belangrijkste broeikassen zijn koolstofdioxide fossiele verbranding), methaan ( komt vrij uit moerassen, bossen en veeteeld, ook lachgas is een broeikasgas 

Slide 19 - Slide

Grootste gevolgen broeikaseffect Klimaatverandering
  • klimaatverandering, andere/extremere weertypen (storm)
  • Blauwalg (bacterie die giftig is voor mens en dier)
  • Stijging zeespiegel, door smelten van ijs (jaar 2100 0,5 tot 3 m hoger)
  • Stijging gemiddelde temperatuur  (droogte)

Slide 20 - Slide

Gevolgen
  • Nieuwe plantensoorten komen voor, maar oude verdwijnen.
  • Jaarritme is aan het veranderen.  Bomen krijgen vroeger bladeren waardoor rupsen eerder zijn.  Als de eieren van de koolmees uitkomen, hebben de jongen geen eten omdat de rupsen dan weer weg zijn.

Slide 21 - Slide

wat moet je doen
Lees Blz 217 t/m 221 goed door. (lesstof)
 

Maak daarna maken 6.5 :opdrachten zie planning

Daarna maak de oefenvragen die hierna komen



Slide 22 - Slide

Welke energiebronnen zijn geen fossiele brandstoffen?
A
Aardgas
B
Aardolie
C
bio-ethanol
D
Steenkool

Slide 23 - Quiz

Waar of niet waar?
Door het versterkt broeikaseffect in NL komt er meer zuurstof in het water.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Waar of niet waar?
Door het versterkt broeikaseffect in NL ontstaan er woestijnen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Waar of niet waar?
Door het versterkt broeikaseffect in NL hebben we vaker extreem weer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Waar of niet waar?
Door het versterkt broeikaseffect in NL komen er andere planten en dieren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Waar of niet waar?
Koolstofdioxide is een broeikasgas.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Waar of niet waar?
Lachgas is een broeikasgas.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

Waar of niet waar?
Methaan is een broeikasgas.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Waar of niet waar?
Stikstof is een broeikasgas.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Waar of niet waar?
Waterdamp is een broeikasgas.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz

Waar of niet waar?
Zuurstof is een broeikasgas.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz