Les 6 U3

Ga naar Lesson-up en type de PIN in.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ga naar Lesson-up en type de PIN in.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Programme d'aujourd'hui
Contrôler les devoirs
Répéter le vocabulaire

Les adjectifs
Bijvoeglijke naamwoorden

Slide 3 - Slide

Vocabulaire
Apprendre 4, page 115

Slide 4 - Slide

Vocabulaire

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Vul in: Je suis.............

schrijf iets positiefs over jezelf
en français.....

Slide 7 - Mind map

Grammaire
Bijvoeglijke naamwoorden in het Nederlands.
(groot, klein, duur, aardig, mooi...... )
  • Zeggen iets over een persoon, produkt, artikel, land, dier....    
  • Geen onderscheid in  enkelvoud of meervoud.
  • De plaats : voor het zelfstandig naamwoord.   (zonder ww)


de dure auto.

Slide 8 - Slide

Grammaire
Bijvoeglijke naamwoorden in het Frans.
(rouge, joli, français ..... )

  • Zeggen iets over een persoon, produkt, artikel, land, dier....    
  • Wel onderscheid in  mannelijk , vrouwelijk enkelvoud of meervoud
  • De plaats : achter het zelfstandig naamwoord.   (zonder ww)
  • De basis of stam is de mannelijke enkelvoud uitvoering


Slide 9 - Slide

grand.
grands
grande
grandes
vrouwelijk enkelvoud
mannelijk enkelvoud
mannelijk meervoud
vrouwelijk meervoud

Slide 10 - Slide

Alle bijvoeglijke naamwoorden staan
achter het zelfstandig naamwoord.
behalve:
Beau- joli       ( mooi - leuk)
grand- petit   (groot - klein)
haut - long     (hoog - lang)
jeune -vieux   (oud - jong)
bon - mauvais  (goed - slecht)
gros - nouveau  (dik - nieuw)

Slide 11 - Slide

bijvoeglijk naamwoord + es
bijvoeglijk naamwoord + e
bijvoeglijk naamwoord + s
mannelijk meervoud
vrouwelijk enkelvoud
vrouwelijk meervoud

Slide 12 - Drag question

Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud
grande
grandes
grand
grands

Slide 13 - Drag question

Schuif de woorden in de juiste volgorde
   

  GRAMMAIRE    Het bijvoeglijk naamwoord
J'habite dans une ............................ maison
Il y a de .................... chambres.
Nous avons aussi un ....................jardin
Mon animal .....................  c'est Sammie.
Sammie a les cheveux .................... 
Ma mère est  ...........................
Kies het correcte bijvoeglijke naamwoord. Let op bij de onregelmatige vormen.
belles
beaux
vieux
beau
vieille
vieilles
brunes
bruns
brune
hollandais
hollandaise
préférée
préféré
préférés
grand
grande
grands

Slide 14 - Drag question

sleep de bijvoeglijke naamwoorden naar het juiste vak
mannelijk
vrouwelijk
nouveau
nouvelle
bon
bonne
vieux
vieille
beau
belle

Slide 15 - Drag question

komt het bijvoeglijk naamwoord voor of achter het zelfstandig naamwoord?
VOOR
ACHTER
heureux
cher
petit
grand
facile
long

Slide 16 - Drag question

komt het bijvoeglijk naamwoord voor of achter het zelfstandig naamwoord?
VOOR
ACHTER
blanc
gentil
belle
nouveau
active
grands
bonnes

Slide 17 - Drag question

Maak eerst een indeling in mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden
Zet daarna alle bijvoeglijke naamwoorden onder elkaar.
Alle bijvoeglijke naamwoorden staan dus in de basisvorm (M, enk)
 Maak eerst zelf zinnen als:  "le garçon est grand"
Let op of je een extra letter of letters achter het bijvoeglijk naamwoord moet zetten.
De 2e stap is : waar zet je het bijvoeglijke naamwoord als je geen werkwoord gebruikt?
 

Slide 18 - Slide

à faire.....

Slide 19 - Slide

C'est la fin
Au revoir!
Salut!   A plus!  A+  Ciao!
Bonne journée!! 

Slide 20 - Slide