What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
Woordenschat 2F
Woordenschat
Wat weten jullie van woordenschat?
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
20 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woordenschat
Wat weten jullie van woordenschat?
Slide 1 - Slide
Hoeveel Nederlandse woorden zijn er ongeveer?
A
50.000
B
100.000
C
250.000
D
1.000.000
Slide 2 - Quiz
Hoeveel woorden kent de gemiddelde Nederlander?
A
100.000
B
50.000
C
25.000
D
10.000
Slide 3 - Quiz
Okay, laten we wat woordenschat gaan testen
Slide 4 - Slide
Wat wordt bedoeld met "aanschaffen"?
A
Verkopen
B
Kopen
C
Weggeven
D
Teruggeven
Slide 5 - Quiz
Waarvoor staat het woord "klandizie"?
Slide 6 - Open question
Waarvoor staat het woord "articuleren"?
Slide 7 - Open question
Ondersteunen
Beseffen
Onverschillig
Afleiden
Onthouden
betrokken zijn bij
iemand zijn aandacht wegtrekken
Het kan me niks schelen
Te maken hebben met
Niet vergeten
Doorhebben
Helpen
Slide 8 - Drag question
Wat wordt bedoeld met "opvatting"?
A
Opstapelen
B
Opgooien
C
Mening
D
Discussie
Slide 9 - Quiz
Wat betekent de uitdrukking "het erbij laten zitten"
Slide 10 - Open question
Waarvoor staat het woord "achterban"?
Slide 11 - Open question
aarden
Eraan te pas komen
Eventueel
Suggereren
Iets rechtzetten
iets van de grond krijgen
Zorgen dat iets zo lijkt
Mogelijk
Zelf beginnen
Goedmaken
Nodig zijn
Je thuis gaan voelen
Slide 12 - Drag question
Wat betekent "autonoom"
A
Zelfstandig
B
Deskundig
C
Gelukkig
D
Oppervlakkig
Slide 13 - Quiz
Een verblijf voorzien van de nodige gemakken noemen we:
A
Accommodatie
B
Akkomodatie
C
Campinghuisje
D
Kampingmuisje
Slide 14 - Quiz
Grondig
Min of meer
Innovatie
Nauwelijks
Idyllisch
Afhandelen
Bijna niet
Vernieuwing
Regelen
Aantrekkelijk
Ongeveer
Nauwkeurig
Slide 15 - Drag question
Wat betekent "productief"?
A
Een product kopen
B
Een product verkopen
C
Lui zijn
D
Veel doen
Slide 16 - Quiz
Annexeren
A
Een huis kopen.
B
Een gebied in bezit nemen.
C
Een oorlog winnen.
D
Een gebied weggeven.
Slide 17 - Quiz
Dringende zorg noemen we ook wel:
A
belangrijke zorg
B
enge zorg
C
acute zorg
D
pijnlijke zorg
Slide 18 - Quiz
Maak een zin waarin je "bagatelliseren" correct gebruikt.
Slide 19 - Open question
Een coalitie is:
A
Een samenwerking tussen twee mensen.
B
Een verband met mens en dier.
C
Een samenwerking tussen verschillend partijen.
D
Een geloofsovertuiging.
Slide 20 - Quiz
complementair betekent:
A
Samen één zijn.
B
Aanvullend
C
Tegengesteld
D
Leegte
Slide 21 - Quiz
Maak een juiste zin met: devaluatie
Slide 22 - Open question
Maak een correcte zin met: "Duplicaat"
Slide 23 - Open question
Jezelf als middelpunt zien.
tentoonstelling
Fauna
faciliteit
Egocentrisch
expositie
Dierenwereld
Voorziening
Slide 24 - Drag question
Welke woorden heb je allemaal nog onthouden van het leren?
Slide 25 - Mind map
More lessons like this
Libris Ik kom hier nog op terug - Rob van Essen
February 2024
- Lesson with
12 slides
by
Libris Literatuur Prijs
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-6
Libris Literatuur Prijs
Via vervolg - thema 1.2 sport - belangrijke woorden deel 1
15 days ago
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Secretarieel H5 + H6 | quiz
September 2022
- Lesson with
15 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Intro economie Inkomen en welvaart
August 2022
- Lesson with
13 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Examentraining 1
February 2023
- Lesson with
35 slides
Beeldende vorming
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
H1 + H2 + H3 herhaling
September 2022
- Lesson with
23 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Starttaal vooraf - thema 1 - woordenschat 1
17 days ago
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Begrijpend luisteren | Wonen onder water
January 2025
- Lesson with
11 slides
by
Kidsweek in de Klas
Begrijpend luisteren
Basisschool
Groep 4
Kidsweek in de Klas