Bloed

Bloed

Eerst een paar vragen om je geheugen op te frissen!
Natuniek in het Fries
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieBasisschoolGroep 8

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bloed

Eerst een paar vragen om je geheugen op te frissen!
Natuniek in het Fries

Slide 1 - Slide

Zonder bloed ga je dood
A
Nee
B
Ja
C
Onzin

Slide 2 - Quiz

De longen pompen het bloed door het lichaam
A
Waar
B
Bij mensen wel en bij dieren niet
C
Bij de ene persoon wel en bij de andere persoon niet
D
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Bloedsomloop
Longen
hart

Slide 4 - Drag question

Welke bloeding is gevaarlijker?
A
Aderlijke bloeding
B
Slagaderlijke bloeding
C
Geen verschil

Slide 5 - Quiz

De nier is een soort schoonmaakfabriek van je lichaam
Waar
Niet waar

Slide 6 - Poll

    !Ipads weg!
Een volwassen mens heeft ongeveer 
5 liter bloed in het lichaam.

*Je hebt ongeveer 80 ml bloed per kilo lichaamsgewicht.
Stel je bent 40 kilo dan heb je 
40 x 80 ml bloed in je lichaam 
= 3200 ml = 3,2 liter


Slide 7 - Slide

Er zijn mensen die vrijwillig bloed doneren.
Je doet dit bij een bloedbank.

Dit bloed kan dan aan mensen worden gegeven die veel bloed hebben verloren.

Slide 8 - Slide

Mensen die nieuw bloed moeten hebben, krijgen een bloedtransfusie
Er wordt nieuw bloed in het lichaam gebracht. 



Slide 9 - Slide

Als je nieuw bloed krijgt, moet je wel het goede bloed krijgen.
(dit wordt gecontroleerd bij het bloedlaboratorium

Het nieuwe bloed moet bij jouw bloedgroep passen.
A / B / AB / O

Slide 10 - Slide

Aan de slag
Je maakt opdracht:
 2 - 3 - 4
Frysktaligen antwoorden in het Frysk, 
niet Friestalige kinderen mag in het Nederlands.
Ben je klaar? 
Dan lees je vast een stukje in je leesboek van Natuniek.

Slide 11 - Slide

EHBO

Schaafwond
1. Maak de wond schoon met water
2. Ontsmet de wond met jodium of alcohol
3. Plak een pleister zodat er geen bacteriën bijkomen.

Slide 12 - Slide

Bloedneus
Stap 1:  houd je hoofd naar beneden

Stap 2: knijp je neus dicht

Stap 3: na 10 minuten moet je bloedneus gestopt zijn. 
Anders? Dokter!

Slide 13 - Slide

Aan de slag
Je maakt opdracht:
 5 - 6 - 7 - 8 - 9
Frysktaligen in het Frysk,
niet Friestalige kinderen mag in het Nederlands.

Ben je klaar?
Pak je hier een woordenschat boekje en ga je daar in werken.

Slide 14 - Slide

Waarom geven sommige mensen vrijwillig bloed?
Friestalige kinderen antwoorden in het Fries.
Andere kinderen in het Nederlands

Slide 15 - Open question

Wanneer heb je een bloedtransfusie nodig?

Slide 16 - Open question

Hoe behandel je een schaafwond? Welke stappen horen daarbij?

Slide 17 - Open question


Volgende week

TOETS

Slide 18 - Slide