Leesvaardigheid

Leesvaardigheid
Verkennend, globaal en intensief lezen
De indeling van een tekst
Signaalzinnen en signaalwoorden
Drogredenen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Leesvaardigheid
Verkennend, globaal en intensief lezen
De indeling van een tekst
Signaalzinnen en signaalwoorden
Drogredenen

Slide 1 - Slide

Leesstrategieën
Verkennend lezen
Globaal lezen
Intensief lezen
Zoekend lezen

Slide 2 - Slide


Verkennend lezen
Bekijk het uiterlijk van de tekst: let op titel, lead, tussenkopjes, bron, afbeeldingen, grafieken

Bepaal de tekstsoort
Artikel, advertentie,brief, krantenbericht, instructie enz.

Bepaal het onderwerp

Slide 3 - Slide

Globaal lezen
Globaal lezen doe je alleen als je snel de belangrijke informatie uit de tekst wilt halen. Dit doe je als volgt:
  • Lees van iedere alinea de eerste en de laatste zin;
  • Bepaal wat je al weet over het onderwerp.
  • Bepaal welke tekststructuur je herkent en wat het tekstdoel is.

Vraag: welke tekststructuren ken je? (blz. 16 boek)

Slide 4 - Slide

Intensief lezen
Wat staat er nou precies?
Begrijp je de tekst helemaal?
Met "intensief" lezen, bedoelen we dat je je nu gaat concentreren op de details van de tekst. Je zorgt dat je alles wat er staat, begrijpt.

Slide 5 - Slide

De indeling van een tekst
Inleiding 
middenstuk 
Slot

Slide 6 - Slide

Intensief lezen
Globaal lezen
Verkennend lezen
Onderwerp en tekstsoort
Belangrijke informatie scannen
(eerste en laatste  zin van alinea's, titel, plaatjes etc.
Wat staat er precies?

Slide 7 - Drag question

Inleiding
Kern
Slot
Dit deel is opgedeeld in alinea's 
Het onderwerp wordt benoemd
De lezer wordt nieuwsgierig gemaakt
Aandachttrekker: er wordt bijv. een vraag gesteld of een probleem besproken.
Een samenvatting van de tekst
Er wordt bijv. een vraag beantwoord of een oplossing bij een probleem besproken.
De tekst wordt stap voor stap uitgewerkt

Een conclusie 

Slide 8 - Drag question

Signaalwoorden en signaalzinnen

Slide 9 - Slide

SIGNAALWOORDEN

Aan een

signaalwoord

zie je met

welk tekstverband

je te maken hebt.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Ik moet de bloemen EN planten water geven
A
Voorwaarde
B
Opsomming
C
Voorbeeld
D
Tegenstelling

Slide 12 - Quiz

Vandaag schijnt de zon, MAAR morgen gaat het regenen.
A
Opsomming
B
Voorbeeld
C
Tegenstelling
D
Oorzaak-gevolg

Slide 13 - Quiz

Je mag naar je vriendin, MITS je de afwas hebt gedaan.
A
Voorwaarde
B
Oorzaak-gevolg
C
Volgorde van tijd
D
Opsomming

Slide 14 - Quiz

Mijn band is lek, DAAROM ben ik nu te laat.
A
Opsommming
B
Oorzaak-gevolg
C
Tegenstellilng
D
Voorwaarde

Slide 15 - Quiz

Wij doen altijd leuke dingen, ZOALS tekenen en dansen.
A
Opsomming
B
Voorbeeld
C
Volgorde van tijd
D
Voorwaarde

Slide 16 - Quiz

EERST ga ik naar oma, DAARNA kom ik naar huis.
A
Volgorde van tijd
B
Voorwaarde
C
Opsomming
D
Tegenstelling

Slide 17 - Quiz

Drogreden
Een drogreden is een vals argument. Veel vorkomende drogredenen zijn:
  • een cirkelredenering
  • generalisatie
  • misbruik van autoriteit
  • aanval op de persoon
  • beroep doen op de meerderheid

Uitleg blz. 18 boek

Slide 18 - Slide

Verschil onderwerp en hoofdgedachte
Een onderwerp is meestal een zinsdeel.
De hoofdgedachte is wat er over het onderwerp wordt gezegd in één zin.
Voorbeeld:
Onderwerp: snipperdagen voor studenten
Hoofdgedachte: Snipperdagen voor studenten zijn goed, omdat dezel voordelen opleveren.

Slide 19 - Slide

Oefenexamens maken
  • via www.studiemter.nl, methode Examencoach
  • via oefenen.facet.onl

Op de volgende sheets vind je de link naar deze websites 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Slide 22 - Link