Hygiëne en infectiepreventie

Hygiëne en infectiepreventie
Besmetting van jezelf en van je cliënt voorkomen
Weten wat, weten hoe en weten dat....
1 / 44
next
Slide 1: Slide
HBOStudiejaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 2 min

Items in this lesson

Hygiëne en infectiepreventie
Besmetting van jezelf en van je cliënt voorkomen
Weten wat, weten hoe en weten dat....

Slide 1 - Slide

Een goede persoonlijke hygiëne betekent... (vul in)

Slide 2 - Open question

Hygiëne op het werk
Sieraden afdoen, korte mouwen dragen en geen nagellak op. Het navolgen van infectiepreventiemaatregelen blijft een uitdaging.

Slide 3 - Slide

Hygiëne op het werk
Goede hygiëne op het werk (in de zorg of in de dienstverlening) voorkomt dat mensen met een verminderde weerstand besmet raken met ziekteverwekkers en daardoor ziek worden en zelfs aan de gevolgen overlijden (Van Haaren et all, 2014)

Slide 4 - Slide

Je mag stoffen schoenen dragen.
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 5 - Quiz

Je mag nooit (gel) nagellak dragen tijdens het werk.
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 6 - Quiz

Na elke dienst moet de broek die je aan had in de wasmachine voordat je hem weer naar je werk mag dragen.
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 7 - Quiz

Hygiene op het werk.
Waar let je op?

Slide 8 - Mind map

Hygiëne op het werk.
Waar let je op?

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Specifieke doelgroepen in de sector GW
Aan welke specifieke doelgroepen denk je?

Slide 12 - Slide

Zorg aan specifieke doelgroepen
  • Doelgroep?
  • Kenmerken?
  • Verlenen basiszorg/persoonlijk verzorging?
  • Zorgtechnologie?
  • Meest voorkomende infecties?
  • Hygiënemaatregelen?

Slide 13 - Slide

Zorg aan specifieke doelgroepen
Beschrijf aan de hand van een casus welke ondersteuning deze specifieke doelgroep nodig heeft bij de basiszorg/persoonlijke verzorging.  

Slide 14 - Slide

Wat is een infectie?

Slide 15 - Open question

Wat is een besmetting?

Slide 16 - Open question

Waardoor worden infecties veroorzaakt?
A
Door mensen en dieren
B
Door micro-organismen
C
Door een beschadigende huid
D
Door een verminderde weerstand

Slide 17 - Quiz

Directe besmetting loopt .....
A
via de lucht
B
via besmet voedsel
C
via de handen
D
door het aanraken van besmette instrumenten

Slide 18 - Quiz

Hygiënisch werken = infecties voorkomen
Leg de infectiecyclus uit

Slide 19 - Slide

Leg de infectiecyclus uit

Slide 20 - Open question

Welke groepen hebben een verminderde weerstand en zijn dus vatbaarder voor infecties

Slide 21 - Open question

Wat zijn de algemene symptomen van een ontsteking?
t

Slide 22 - Slide

Wat zijn de algemeen symptomen van een ontsteking?

Slide 23 - Open question

Wat zijn kenmerken van een virusinfectie?

Slide 24 - Open question

Wat zijn kenmerken van een bacteriële infectie?

Slide 25 - Open question

Ontstaan van infectieziekten
Infectieziekten worden veroorzaakt door de aanwezigheid van micro-organismen zoals: bacteriën, virussen, schimmels of parasieten

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Wat weet jij over........?
  • Het ontstaan van infectieziekten
  • Manieren van besmetting
  • Fasen in het ontstaan van infectieziekten
  • Ziekteverwekkers: bacterien, virussen, schimmels/gisten en parasieten
  • Behandeling ziekteverwekkers

Slide 29 - Slide

Voorbeelden van ziekten die door bacteriën veroorzaakt worden, zijn
A
Waterpokken
B
Koortslip
C
Longontsteking
D
Kalknagels

Slide 30 - Quiz

Schimmels en gisten bevinden zich bij de mens in grote getale.....
A
op de huid
B
in de darmen
C
in de longen
D
op de lippen/mond

Slide 31 - Quiz

Welke maatregelen
neem je om
infecties te voorkomen

Slide 32 - Mind map

Isolatieverpleging
Bij isolatieverpleging worden patiënten in een aparte ruimte verpleegd, omdat zij een gevaar kunnen zijn voor anderen.

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Handen wassen
Handreiniging met water en zeep
Inwrijven van de handen met handalcohol

Slide 35 - Slide

Skillslabmethode
Orientatie
(Thuis)
1. Kennisgedeelte, voorbereiding door leerling (thuis)
Demonstratie
(School)
2. Voorkennis ophalen
3. Demonstratie door docent - hele vaardigheid
4. Verbalisatie door de docent - stapsgewijs
5. Verbalisatie door de leerling - stapsgewijs
6. Demonstratie en verbalisatie door de leerling - hele vaardigheid
Oefenfase
(School)
7. Begeleid oefenen met docent
8. Onbegeleid oefenen
Toetsfase
(School/praktijk)
9. Beoordelen van het beheersingsniveau

Slide 36 - Slide

Belangrijk bij vaardigheidslessen
1. Training/oefenen is nodig
2.Kennis, vaardigheden en beroepshouding komen aan bod
3. Veilig leerklimaat, check gevoeligheden
4. Geen risico voor cliënten
5. Bevoegd en bekwaam 

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Aan de slag
Met handen wassen volgens protocol

Met water en zeep
Desinfecteren met alcohol

Slide 40 - Slide

Wanneer pas je altijd handhygiëne toe?

Slide 41 - Open question

Handreinging of inwrijven met alcohol is niet nodig voor of na vluchtig contact zoals een hand geven
A
Dit klopt
B
Dit klopt niet

Slide 42 - Quiz

Niet steriele handschoenen draag je ter bescherming van de cliënt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 43 - Quiz

Slide 44 - Slide