MMA4 - 3.2: Planten

Hoofdstuk 3: Organismen leven samen
Paragraaf 2: Planten
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3: Organismen leven samen
Paragraaf 2: Planten

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling
  • Leerdoelen doornemen
  • Uitleg paragraaf 2: Planten
  • Aan het werk!  

Slide 2 - Slide

Birdy zegt: Zangvogels die insecten eten hebben en pincetsnavel.
Merel zegt: Zangvogels die zaden eten hebben een haaksnavel.
Wie heeft er gelijk?
A
Geen van beiden
B
Alleen Birdy
C
Alleen Merel
D
Beiden hebben gelijk

Slide 3 - Quiz

Welke kenmerken horen bij landplanten in een droog milieu?
Grote, platte bladeren/kleine, dikke bladeren/sterk ontwikkeld wortelstelsel/zwak ontwikkeld wortelstelsel

Slide 4 - Open question

Hoe wordt de gunstigste temperatuur voor een organisme in een bepaald milieu genoemd?
A
Gemiddelde temperatuur
B
Maximumtemperatuur
C
Optimumtemperatuur
D
Omgevingstemperatuur

Slide 5 - Quiz

Welke factoren zijn biotische factoren?
Zonlicht/parasieten/reducenten/temperatuur/planten/
bodemgesteldheid/wind/ziekteverwekkers

Slide 6 - Open question

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  • De organen met functies van een plant beschrijven;
  • De bouw en werking van bladeren beschrijven;
  • Beschrijven hoe planten stoffen vervoeren.

Slide 7 - Slide

De organen van een plant
  • Wortels nemen via de wortelharen water en mineralen op. Daarnaast blijft de plant stevig in de grond staan.
  • De stengel bevat vaatbundels die opgeloste stoffen vervoeren.
  • De bladeren doen aan fotosynthese, en produceren hierbij zuurstof en glucose.
  • De bloem dient voor de voortplanting.

Slide 8 - Slide

Bladeren
  • In een blad zitten veel huidmondjes. Deze nemen CO2 op en ademen O2 uit.
  • De nerven zijn aftakkingen van de vaatbundels en dienen voor stevigheid en het vervoer van stoffen.
  • Bladmoes bevat veel bladgroenkorrels voor fotosynthese.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Stoffen opnemen
  • De wortelharen nemen water en mineralen op uit de grond.
  • Water wordt gebruikt voor het transport van stoffen, voor de stevigheid en voor fotosynthese.
  • De huidmondjes nemen CO2 op en ademen O2 uit.

Slide 12 - Slide

Stoffen vervoeren
  • Water en opgeloste stoffen worden vervoerd door de vaatbundels.
  • Houtvaten vervoeren water en mineralen omhoog
  • Bastvaten vervoeren water en glucose en andere voedingsstoffen van bladeren naar andere delen van de plant.

Slide 13 - Slide

Stoffen vervoeren
  • Houtvaten zijn hol en liggen aan de binnenkant van de vaatbundel.
  • Bastvaten zijn smaller en bevatten veel zeefplaatjes en liggen aan de buitenkant van de vaatbundel (denk aan de bast van de boom).

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Stoffen vervoeren
  • Door aanzuiging van de bladeren (er verdampt water uit de bladeren) wordt water omhoog gezogen vanuit de wortels.
  • Door worteldruk wordt water omhoog geduwd.

Slide 16 - Slide

Aan het werk!
Wat: Opdracht 1, 2, 3, 4, 5b, 6b,  7a, 10, 11, 12, 13, 15* van 3.2
Hoe: Fluisteren, tweetallen
Tijd: 15 minuten
Hulp: Overleg met je buur/raadpleeg je boek/steek je vinger op
Klaar: Nakijken en verbeteren, 3.3 lezen 
Uitkomst: Paragraaf 3.1 en 3.2 af volgens de planner 

Slide 17 - Slide


Slide 18 - Open question


Slide 19 - Open question


A
Deel 1
B
Deel 2
C
Deel 3
D
Deel 4

Slide 20 - Quiz

Welk deel vervoert water van de wortels, via de stengels, naar de bladeren?
A
Deel 1
B
Deel 2
C
Deel 3
D
Deel 4

Slide 21 - Quiz