22/23 10 t/m 14 oktober

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

4. Oktober

Sehfertigkeit Überleben im Urlaub

2 Fragmenten --> 2x Mal sehen

woordenschatspiel voorbereitung

Überleben im Urlaub

Wat betekent de hoofdtitel: überleben im Urlaub?

Wat betekenen onderstaande titels?

1. Krank werden

2. Gefährliche Meerestieren

3. Peinliche Situationen (letterlijk en figuurlijk)

4. Pikantes Essen

5. Schlechtes Wetter

Überleben im Urlaub

Geef bij 3 van de 5 titels 3 vakantiedingen waar je aan denkt. Maak hiervan mini-mindmaps

1. Krank werden

2. Gefährliche Meerestieren

3. Peinliche Situationen (letterlijk en figuurlijk)

4. Pikantes Essen

5. Schlechtes Wetter

Fragmenten 

Fragment 1: 0:00 tot 3:21

Fragment 2: 5:37 tot 8:08

Fragment 3: 08:08 tot 10:25

Fragmenten bekijken

Wat ga je doen?: FRagment bekijken

Hoe ga je dat doen? alle fragmenten kijken we 2x

1e keer: helemaal stil, geen overleg. Ik schrijf niet mee

2e keer: ik schrijf mee, daarna mag je je antwoorden nog vergelijken 

Welke informatie kan je gebruiken

fragment

Hoeveel tijd heb je hiervoor: 20 minuten

Verwerking:  we bespreken klassikaal

Woordenschat voorbereiding

Wat ga je doen?: leeroverzicht woordenschat maken

Hoe ga je dat doen?  met het werkblad

Ronde 1: voor jezelf zonder boek en hulp van klasgenoot (5min)

Ronde 2: met hulp van klasgenoot (5min)

Ronde 3: met hulp van het boek (10min)

Welke informatie kan je gebruiken

Vanaf ronde 2: klasgenoot vanaf ronde 3: boek blz. 48

Hoeveel tijd heb je hiervoor: 20 min

Eerst even klassikaal oefenen

1. ist weiß, kann auch dunkel oder schwarz sein, kommt Regen aus, kann komplett oder zum Teil vor der Sonne hängen

2. Kein Stadt sonder ein......................

3. Rund, gelb, warm

4. Österreich, Spanien, Deutschland, Niederlande

anderes Wort für Umgebung

1. Gegend
2. Land

Das, was wir in Holland zee nennen

1. Meer
2. See

eine Windrichtung, auf dem Kompass oben(boven)

1. oost
2. west
3. noord
4. zuid

Woordenschat Spel

Wat ga je doen?: spel spelen

Hoe ga je dat doen? 

De spelleider pakt een strookje en leest de beschrijving voor.

Wie als eerste het juiste antwoord zegt, krijgt het strookje.

Als niemand het juiste antwoord weet, legt de spelleider het strookje apart en heeft niemand een punt.

Welke leerling uit het groepje heeft als eerste 8 woorden juist geraden?

Speel het spel nog een keer. Nu is iemand anders spelleider. 4x

Welke informatie kan je gebruiken: eigen woordenlijst