Nieuws en sociale media p3

Lessenserie periode 3: Nieuws
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lessenserie periode 3: Nieuws

Slide 1 - Slide

Lees in stilte in je leesboek
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Inhoud komende periode:
  1. Je leert wat nieuws is en hoe dat bepaald wordt;
  2. wat algoritmes zijn en hoe je nepnieuws kunt herkennen;
  3. welke verschillende soorten tekstdoelen en teksten er zijn;
  4. je oefent met schrijven en gaat een nepartikel schrijven.

Slide 3 - Slide

Wat heb je elke les nodig?
  1. Je leesboek (start 10 minuten lezen)
  2. Een schrift en etui
  3. Een opgeladen laptop (niet elke les, de docent zegt wanneer je je laptop mag pakken) 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Tekstdoelen en -soorten
Tekstdoel bij lezen
Als je een tekst leest, moet je bedenken wat het doel van de schrijver was. Wil de schrijver bijvoorbeeld alleen informatie geven, of wil hij je ook ergens van overtuigen?
Tekstdoel bij schrijven
Als je een tekst schrijft, moet je van tevoren bedenken wat je wilt bereiken. Als je iemand instructies geeft, ziet je tekst er heel anders uit dan wanneer je iemand wilt overtuigen.
Er zijn vijf tekstdoelen:
Informeren: je geeft informatie.
Instructies geven: je legt stap voor stap uit hoe iets moet gebeuren.
Overtuigen: je wil je mening geven en meestal geef je dan ook argumenten. Met argumenten probeer je de lezer te overtuigen van je mening, dus het tekstdoel is overtuigen.
Activeren: je wil dat de lezer iets doet of juist niet doet.
Amuseren of ontroeren: je wil bij de lezer emoties oproepen.
Er zijn vijf tekstsoorten, die horen bij de tekstdoelen:
Een informatieve tekst, bijvoorbeeld een nieuwsbericht of een artikel.
Een instructie, bijvoorbeeld een kookboek of een schoolboek.
Een overtuigende tekst, bijvoorbeeld een recensie of een betoog in de krant.
Een activerende tekst, bijvoorbeeld een advertentie of een poster tegen pesten.
Een amuserende of emotieve tekst, bijvoorbeeld een stripverhaal of gedicht.




Slide 7 - Slide

Er zijn vijf tekstdoelen:

1.  Informeren: je geeft informatie.
2. Instructies geven: je legt stap voor stap uit hoe iets moet gebeuren.
3. Overtuigen: je wil je mening geven en meestal geef je dan ook argumenten. Met argumenten probeer je de lezer te overtuigen van je mening, dus het tekstdoel is overtuigen.
4. Activeren: je wil dat de lezer iets doet of juist niet doet.
5. Amuseren of ontroeren: je wil bij de lezer emoties oproepen.
Er zijn vijf tekstsoorten, die horen bij de tekstdoelen:

1. een informatieve tekst, bijvoorbeeld een nieuwsbericht of een artikel;
2. een instructieve tekst, bijvoorbeeld een kookboek of een schoolboek;
3. een overtuigende tekst, bijvoorbeeld een recensie of een betoog in de krant;
4. een activerende tekst, bijvoorbeeld een advertentie of een poster tegen pesten;
5. een amuserende of emotieve tekst, bijvoorbeeld een stripverhaal of gedicht.




Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Ik begrijp het goed
Ik begrijp het bijna

Ik vind het nog lastig
Werkvorm: Lesdoelcheck
timer
1:00

Ik weet wat nieuws is.

Ik weet welke kenmerken nieuws heeft. 

Ik weet waar ik nieuws kan vinden.

Ik ken de verschillende tekstsoorten en tekstvormen.

Slide 10 - Drag question

Les 2: Wie bepaalt wat nieuws is?
Wie bepaalt wat nieuws is?

Slide 11 - Slide

Lees in stilte in je leesboek
timer
10:00

Slide 12 - Slide

Lesdoel:

  1. Ik weet hoe nieuws bepaald wordt.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Ik weet nu goed hoe nieuws bepaald wordt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Slide 21 - Slide

Voorleeswedstrijd
--> Zie magisterberichten
--> opgeven & meer informatie bij mevrouw De Vries: sdevries1@vestdijk.nl
--> Instagram: simonvestdijkleest

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Lees in stilte in je leesboek
timer
10:00

Slide 24 - Slide

Les 4 Algoritmes
In deze les leer je:
  1. Wat algoritmes zijn;
  2. hoe Google werkt;
  3. wat algoritmes met nieuws te maken hebben.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Link

Slide 31 - Link

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide