What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Wiederholung Schritt 9-17
Wiederholung Schritt 9-17
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wiederholung Schritt 9-17
Slide 1 - Slide
Ontleden en 4e naamval
Wat moet je weten:
- welk zinsdeel hoort bij de 1e naamval?
- welk zinsdeel hoort bij de 4e naamval?
- welke lidwoorden gebruik je bij de 1e naamval?
- welke lidwoorden gebruik je bij de 4e naamval?
Slide 2 - Slide
Welk zinsdeel hoort bij de 1e naamval?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
persoonlijk voornaamwoord
Slide 3 - Quiz
Welk zinsdeel hoort bij de 4e naamval?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
persoonlijk voornaamwoord
Slide 4 - Quiz
der-groep schema
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e naamval
der
die
das
die
4e naamval
de
n
die
das
die
Slide 5 - Slide
ein-groep schema
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e naamval
ein
eine
ein
keine
4e naamval
ein
e
n
eine
ein
keine
Slide 6 - Slide
_________ (de) Mann ist groß.
Slide 7 - Open question
Er hat _______ (de) Frau nichts gesagt.
Slide 8 - Open question
Lisa hat ________ (een) Geschichte (v) erzählt.
Slide 9 - Open question
Jonas hat ________ (een) Mann gesehen.
Slide 10 - Open question
Meervoud zelfstandige naamwoorden
mannelijk:
- woorden die biologische mannelijk zijn (personen + dieren + beroepen) -> der Mann, der Polizist, der Stier
- namen van dagen, maanden, jaargetijden -
Slide 11 - Slide
Meervoud zelfstandige naamwoorden
mannelijk (nieuw!):
- als de stam van het werkwoord als zelfstandig naamwoord wordt gebruikt:
* beginnen -> der Beginn
Slide 12 - Slide
Meervoud zelfstandige naamwoorden
vrouwelijk:
- woorden die biologische vrouwelijk zijn (personen + dieren + beroepen) -> die Tante, die Kuh, die Polizistin
- veel woorden die op
-e
eindigen -> die Lamp
e
Slide 13 - Slide
Meervoud zelfstandige naamwoorden
vrouwelijk (nieuw!):
- woorden die eindigen op:
-ei, -heit, -keit, -schaft, -ung, -ion
Slide 14 - Slide
Meervoud zelfstandige naamwoorden
onzijdig:
- veel woorden waar in het NL
het
voor staat:
* het jaar -> das Jahr
* het kind -> das Kind
Slide 15 - Slide
Bezittelijke voornaamwoorden
-
mein, dein, sein, ihr, unser, euer, ihr, Ihr
- krijgen dezelfde uitgang als de
ein-groep
!
Slide 16 - Slide
Voorzetsels 4e naamval
- Ezelsbruggetje: goudfeb
g
egen,
o
hne,
u
m,
d
urch,
f
ür,
e
ntlang,
b
is
Slide 17 - Slide
More lessons like this
Persoonlijk en bezittelijke voornaamwoorden (du, ihn, sein, mein...)
June 2023
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Naamvallen herhaling 4 havo
August 2022
- Lesson with
29 slides
Other languages
Secondary Education
1e en 4e naamval ontleden der & ein-Gruppe
4 days ago
- Lesson with
36 slides
Duits
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
1e en 4e naamval ontleden der & ein-Gruppe
March 2024
- Lesson with
36 slides
Duits
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
Duits A21 week 8 (herhaling voor toets)
February 2021
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
V2 K3 Heute
January 2021
- Lesson with
14 slides
Deutsch
Secondary Education
1e+4e naamval
February 2023
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2M Les 33 21.03.22
March 2022
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2