Diabetes mellitus





MA 2
Week 1

1 / 50
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson





MA 2
Week 1

Slide 1 - Slide

Thema: Zorgvrager in de thuissituatie 
Wat komt er aan bod?
Week 1: Diabetes (vandaag)
Week 2: Oog en oor aandoeningen
Week 3: hypo en hyperthyroïdie
Week 4: Het gebruik van domotica en e-health (oefenopdracht)
Week 5: Risico signalering
Week 6: afsluiten met een poster presentatie. 
Morgen doornemen met Mary



Slide 2 - Slide

Vandaag
Opfrissen eilandjes van Langerhans.
Theorie Diabetes mellitus.
Samen oefenen.
Korte pauze.
Kahoot.
Afsluitende vragen.
Blik op volgende week.

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
1. Je benoemt het verschil tussen Diabetes Mellitus type I en type II.
2. Je legt uit wat een hyperglycemie inhoudt en verklaart hoe dit ontstaat.
3. Je legt uit wat een hypoglykemie inhoudt  en verklaart hoe dit ontstaat.
4. Je benoemt mogelijke complicaties van Diabetes mellitus op lange termijn.

Slide 4 - Slide

Voorkennis activeren. Wat weten jullie al van dit onderwerp? 

Slide 5 - Slide

timer
2:00
Wat weet jij al van diabetes mellitus? Schrijf zoveel mogelijk op in 2 minuten!

Slide 6 - Mind map

Bij welk orgaan zit het probleem met diabetes mellitus?
A
Milt
B
Lever
C
Alvleesklier

Slide 7 - Quiz

Welk type diabetes is insulineafhankelijk?
A
Type 1
B
Type 2

Slide 8 - Quiz


Wie kent iemand met diabetes of heeft iemand met diabetes verpleegd?



Steek je hand op als je met JA kunt beantwoorden

Slide 9 - Slide

De eilandjes van langerhans.
Hoe zat dat ook alweer.

Slide 10 - Slide

Opfrissen 
Regulatie van de bloedsuikerspiegel zit in de alvleesklier --> Eilandjes van Langerhans.

Begrijp je de fysiologie, dan kun je kijken naar het ziektebeeld.

Filmpje.

Let op! Daarna komt de sleepvraag.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video


Homeostase. Hormoon somatostatine

Slide 13 - Slide

insuline
glucagon
stimuleert cellen om meer glucose op te nemen
bloedsuikerspiegel stijgt
bloedsuikerspiegel daalt
hoge glucoseconcentratie
lage glucoseconcentratie

Slide 14 - Drag question

Bij een gezond persoon

Normale bloedsuiker :
Tussen 4-8 mmol/L

Abnormaal:
Nuchter: > 7 mmol
Niet nuchtere glucose > 11 mmol


Slide 15 - Slide

Definitie en oorzaken van diabetes mellitus 

Slide 16 - Slide

Diabetes mellitus 
Is een complexe chronische stofwisselingsziekte.
Bij diabetes mellitus regelt je lichaam de bloedsuiker niet meer.

Er is een absoluut te kort aan insuline 
of het lichaam is minder gevoelig geworden voor insuline.

Echter je lichaam heeft de brandstof glucose nodig in de cellen nodig. Zonder opname van de brandstof kan het lichaam niet functioneren!

Slide 17 - Slide

Kijkinstructie
Schrijf mee; verschil in diabetes type 1 en type 2.
Probeer na het filmpje in je eigen woorden al verschillen te noemen.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

timer
2:00
Benoem zoveel mogelijk verschillen in diabetes type 1 en 2

Slide 20 - Mind map

Diabetes type 1
Leeftijd: 
0-35 jaar (piek met 12 jaar)

Oorzaak 
Onduidelijke redenen. Auto-immuunreactie vernietigt insuline producerende cellen in de alvleesklier (betacellen). Er wordt geen insuline meer aangemaakt. Cellen hebben geen toegang tot glucose. 


Behandeling 
Levenslang insuline via injecties of insulinepomp.




Percentage 
10 % van alle gevallen.










Diabetes type 2
Leeftijd: Latere leeftijd, 40 jaar of ouder. Soms jonger bij overgewicht in jongere jaren.

Oorzaken 
Met name overgewicht in combinatie met erfelijke aanleg. Er is een tekort aan insuline en  meer nodig voor hetzelfde resultaat. Het lichaam raakt resistent voor de insuline. 
Lichaam kan niet meer compenseren --> Verhoogde bloedsuiker. 

Behandelen
Leefstijl aanpassing: afvallen, voedzaam eten, bewegen. (80% verbeterd de klachten). Soms orale medicatie (insuline gevoeliger maken / stimuleren insuline aanmaak), soms insuline spuiten. 

Percentage
90% van de gevallen. 

Slide 21 - Slide

Diabetes gravidarum 

Door de hormonen tijdens de zwangerschap reageren (v.a. 24e week) niet voldoende op insuline. 
Gaat weer over.

Latere leeftijd 50% kans op diabetes type 2.
Dit type komt verder niet aan bod. 

Slide 22 - Slide

Tekst
timer
3:00
Diabetes Type 1
Diabetes Type 2
Auto-immuunreactie vernietigt insuline producerende cellen in de alvleesklier
Meestal voor 30e levensjaar, maar kan op elke leeftijd ontstaan
Levenslang insuline via injecties of insulinepomp
Ongeveer 10% van alle diabetespatiënten
Insulineresistentie en/of verminderde insulineproductie
Meestal na 40e jaar, maar steeds vaker bij jongeren
Leefstijlaanpassingen, orale medicatie, soms insuline
Ongeveer 90% van alle diabetespatiënten

Slide 23 - Drag question

Insuline resistentie treed op bij
A
Diabetes type 1
B
Diabetes type 2

Slide 24 - Quiz

Het levenslang gebruiken van insuline is de behandeling van
A
Diabetes type 1
B
Diabetes type 2

Slide 25 - Quiz

Diagnose en symptomen diabetes mellitus 

Slide 26 - Slide

Diagnose 
Glucosewaarde in het bloed meten.

Nuchter: > 7 mmol.
Niet nuchtere glucose > 11 mmol.

Slide 27 - Slide

Aan de slag
Wat: 1. Beschrijf de symptomen van een hypoglykemie  en een hyperglykemie. 2. Hoe komt het dat je een hyper of een hypo krijgt als zorgvrager met diabetes mellitus? 3. Leg uit wat een ketoacidose en welk type het meeste risico heeft op het krijgen van dit symptoom.
 Zorg dat je het kunt toelichten bij de nabespreking! 
Hoe: Vrij in te vullen: Poster / patiënten folder / mind map / schrijven.
Waarom: Door zelf op te zoeken blijft het beter onthouden. Als verpleegkundige belangrijk om te begrijpen in de dagelijkse praktijk.
Waar: in de klas of buiten de klas op deze verdieping. 
Wie: in tweetallen volgens de neergelegde kaartjes van Dikkie Dik. 
Tijd: 15 minuten. Tijd over? Vraag om de woordzoeker of verdiep je alvast in de complicaties van een zorgvragers met diabetes mellitus.
timer
10:00

Slide 28 - Slide

Nabespreking 
timer
10:00

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Hypoglykemie (<4,0 mmol/L)
Symptomen:
  • Trillen, zweten
  • Hartkloppingen
  • Hongergevoel
  • Verwardheid, agressie
  • Bewustzijnsverlies

Behandeling:
  • Bij bewustzijn: 15g snelle koolhydraten (glucose tabletten, vruchtensap)
  • Na 15 minuten opnieuw meten
  • Bij bewusteloosheid: glucagon injectie of IV glucose
Hyperglykemie (>15 mmol/L)
Symptomen:
  • Veel dorst en plassen
  • Droge mond en huid
  • Misselijkheid, braken
  • Fruitige adem (ketonen)
  • Verwardheid

Behandeling:
  • Extra insuline volgens protocol
  • Veel water drinken
  • Ketonen meten
  • Bij ketoacidose: direct naar ziekenhuis

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Wat is een veelvoorkomend symptoom van hyperglykemie?
A
Koude rillingen
B
Bleke huid
C
Veel dorst en plassen
D
Trillende handen

Slide 33 - Quiz

Bij hyperglykemie is het verstandig om extra insuline toe te dienen volgens protocol.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quiz

Wat is een kenmerkend symptoom van hypoglykemie?
A
Veel dorst
B
Trillende handen
C
Fruitige adem
D
Droge huid

Slide 35 - Quiz

Bij hypoglykemie moet je extra insuline toedienen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quiz

Pauze?

Slide 37 - Slide

Gevolgen diabetes, multidisciplinaire team en verpleegkundige aandachtspunten.

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Gevolgen
Door diabetes beschadigen de vaten. 

1. Retinopathie (beschadiging netvlies)
2. Diabetische nefropathie (beschadiging nieren)
3. Hart- en vaatziekten zoals een hart- of herseninfarct (beschadiging vaten)
4. Neuropathie (beschadiging uiteinden zenuwen).


Slide 40 - Slide

Multidisciplinaire team
Huisarts / internist
Praktijkverpleegkundige / diabetesverpleegkundige
Diëtiste / medisch pedicure / fysiotherapie bij lichamelijke klachten / podotherapeut. 

 Tweede lijn 
Specialisten als oogarts, nefroloog, cardioloog, neuroloog, vaatchirurg.

Slide 41 - Slide

Verpleegkundige aandachtspunten

Symptomen hypo en hyper kennen.
Klinische beeld / redeneren achter het ziektebeeld.
Weet wat de afspraken zijn bij jouw zorgvrager!

Huidverzorging (let op de voeten)
Visusklachten
Psychosociaal welbevinden
Voorlichting


Slide 42 - Slide

Gesnopen?
Kahoot! OF casus werken?

Eerst even 10 minuten pauze? 

Slide 43 - Slide

Kahoot!
https://create.kahoot.it/details/59902481-d279-4b0b-a386-0a87222fe071?drawer=

Slide 44 - Slide

Leerdoelen
Bedenk voor jezelf, kan ik dit al of vraagt dit nog aandacht?:
1. Je benoemt het verschil tussen Diabetes Mellitus type I en type II.
2. Je legt uit wat een hyperglycemie inhoudt en verklaart hoe dit ontstaat.
3. Je legt uit wat een hypoglykemie inhoudt en verklaart hoe dit ontstaat.
4. Je benoemt mogelijke complicaties van Diabetes mellitus op lange termijn.

Schrijf op: 
Gele post-it: Waar ga je nog mee aan de slag komende week om het ziektebeeld meer eigen te maken / leerdoel te behalen? OF hoe zorg je ervoor dat deze stof blijft beklijven? 
Blauwe post - it: Hoe ga je dat aanpakken?
timer
5:00

Slide 45 - Slide

Post-it plakken 
Volgende week komen we erop terug.

Slide 46 - Slide

Deze les geef ik als cijfer:
010

Slide 47 - Poll

Volgende week
Oog en oor aandoeningen
Geen werkkaart (hoeraaaaaa!) 

Slide 48 - Slide

Bedankt voor het harde werken!


Tot volgende week :) 

Slide 49 - Slide

Bronnen
https://zorgstandaarddiabetes.nl/type2/volwassen/organisatie/diabetesspecifiek/multidisciplinaire-aanpak/
https://www.diabetesfonds.nl
TM Traject
Verpleeg-, verzorgingshuizen en thuiszorg 1 N4
6. Zorgvragers met Diabetes Mellitus

Slide 50 - Slide