1G1 LTC week 40

Woensdag 5 oktober 
1. 5 minuten lezen 
2. Introductie nieuwe grammatica: naamvallen 
3. oefenen 
4. afsluiting

PW grammatica en woorden op wo 16-11
1 / 49
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Woensdag 5 oktober 
1. 5 minuten lezen 
2. Introductie nieuwe grammatica: naamvallen 
3. oefenen 
4. afsluiting

PW grammatica en woorden op wo 16-11

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Je weet het verschil tussen stam en uitgang 
Je kent het verschil tussen groep 1 en 2 van de substantieven
Je leert de uitgangen en functies van de nominativus 

Slide 2 - Slide

Minerva les 2 Zelfstandige naamwoorden 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

hoe heet het deel van een zelfstandig naamwoord dat de betekenis van het woord geeft en niet verandert?

Slide 8 - Open question

welke letters vormen de uitgang:
servus
A
serv
B
ser
C
vus
D
us

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Onderwerp
De woordenboekvorm van zelfstandige naamwoorden is de vorm die als onderwerp gebruikt wordt.
In het Latijn heet die vorm: Nominativus

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Hoe heet de woordenboekvorm in het Latijn?

Slide 14 - Mind map

 groepen en geslachten

groep 1 woorden (op -a) zijn meestal vrouwelijk
groep 2 woorden op -us zijn mannelijk
groep 2 woorden op -um zijn onzijdig

Slide 15 - Slide

wat is het geslacht+betekenis van serva?

Slide 16 - Mind map

wat is het geslacht van vinum?

Slide 17 - Mind map

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

wat is het geslacht van dona?

Slide 23 - Open question

Huiswerk
Neem je aantekeningen door over de nominativus 

Slide 24 - Slide

Donderdag 6 oktober
1. 5 minuten lezen
2. herhaling behandelde stof 
3. nieuw: de accusativus
-instructies
-oefenen
4. afsluiting

Slide 25 - Slide

Lesdoelen
Je kunt het verschil tussen onderwerp en lijdend voorwerp uitleggen en aanwijzen.
 Je kent de functies van de nominativus én accusativus.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Wat is een naamval?

Slide 28 - Open question

Welk woord is vrouwelijk?
A
servus
B
donum
C
dona
D
serva

Slide 29 - Quiz

servus
feminae
regnum
groep 1
groep 2

Slide 30 - Drag question

Functies nominativus
1. onderwerp
2. naamwoordelijk deel van het gezegde

Slide 31 - Slide

Naamwoordelijk gezegde
NE: koppelwerkwoord

De leraar is boos 

Slide 32 - Slide

Naamwoordelijk gezegde
NE: koppelwerkwoord

De leraar is boos 
boos=nwdg

Slide 33 - Slide

Welke twee functies heeft de nominativus?

Slide 34 - Open question

Vertaal deze zin: servus bonus est.

Slide 35 - Open question

Wat is het naamwoordelijk deel?
servus bonus est
A
servus
B
bonus
C
est

Slide 36 - Quiz

Wat is lijdend voorwerp: Mijn zussen schrijven mooie brieven aan mij.
A
Mijn zussen
B
schrijven
C
mooie brieven
D
aan mij.

Slide 37 - Quiz

De radio zendt leuke programma's uit.
A
De radio
B
zendt ... uit
C
leuke programma's

Slide 38 - Quiz

Lijdend voorwerp in LA
Wordt gemaakt met deze naamval: accusativus 

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Voorbeeldzinnetje
  • Servus cibum tangit. (De slaaf raakt het voedsel aan)
  • servus=onderwerp=nominativus
  • cibum=lijdend voorwerp=accusativus

Slide 43 - Slide

Welk woord staat in de accusativus:
Servus muros tangit.
A
servus
B
muros
C
tangit

Slide 44 - Quiz

Functies accusativus
1. lijdend voorwerp
2. aanvulling bij bepaalde voorzetsels: 

Slide 45 - Slide

Voorbeeld accusativus+ voorzetsel
  • per+acc 'door...heen' (zie p.188)
  • Servus per regiam currit 
  • 'De slaaf rent door het paleis heen'

Slide 46 - Slide

Zoek in de woordenlijst (p.186) een voorzetsel dat een accusativus als verplichte aanvulling heeft.

Slide 47 - Open question

Oefenen!
p.12+13: taaloefening B, C, D (=HW wo 19-10)

Slide 48 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 49 - Open question