Writing: common mistakes

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Writing: common  mistakes

Wat klopt er niet in deze zin?
"i have a writing assignment in two days."

1. de hele zin klopt
2. Writing is niet goed het hoort whriting te zijn
3. i moet met een hoofdletter
4. I have a klopt niet het hoort I have an te zijn

Hoeveel fouten zitten er in deze zin?
"she don't like going to the park because its too far away."

1. 1 fout
2. 2 fouten
3. 3 fouten
4. 4 fouten

What's the difference?

Their= bezittelijk voornaamwoord, betekent "hun." Their house is big. (Hun huis is groot.) 

They're= they are. Het betekent dus "zij zijn" of "ze zijn."

Voorbeeld: "They're happy to see you." (Zij zijn blij om je te zien.)

There= verwijst naar een plaats of locatie. The book is over there. (Het boek is daar.)

They are proud of ....... achievement.

1. their
2. they're
3. there

What's the difference?

Your= "jouw" of "van jou". Het is een bezittelijk voornaamwoord.

Voorbeeld: Is this your car? (Is dit jouw auto?)

You're=  you are. Voorbeeld: You're amazing! (Je bent geweldig!)

"I love ....... ideas, but ....... not ready to present them yet."

1. you're, your
2. 2x your
3. 2x you're
4. your, you're

What's the differene? 

Than= wordt gebruikt voor vergelijking.

Voorbeeld: She is taller than I am. (Zij is langer dan ik.)

Then= verwijst naar tijd of volgorde.

Voorbeeld: First we eat, then we play. (Eerst eten we, daarna spelen we.)

"He studies harder ...... his friends, and ...... he helps them with their homework."

1. than, then
2. then, than
3. 2x then
4. 2x than

Verschil tussen "a" en "an"

"An" wordt gebruikt voor woorden die beginnen met een klinker

(A, E, I, O, U). Voorbeeld: "She ate an orange for breakfast." 

(Zij at een sinaasappel voor het ontbijt.)

als dat niet het geval is gebruik je "a". Voorbeeldzin: "I saw a dog in the park." (Ik zag een hond in het park.)

Wanneer gebruik je "a" en wanneer "an"?