Theme 7 Recaps - 17 May 3H2

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Bij binnenkomst

Zitten volgens plattegrond

Eten en drinken buiten het lokaal

Nog even niks op tafel

Telefoon meteen in de telefoontas

Wednesday May 17th - 3H2

13:10-14:00

Wat ik wil dat de leerlingen kennen/kunnen aan het einde van de les:

Aan het einde van de les 

Aan het einde van de les 

Leerdoel tijdens de les: 1. Welkom de leerlingen enthousiast en vraag ze naar hun vakantie, hebben ze wat leuks gedaan etc. 2. Complimenteer leerlingen op goed/gewenst gedrag

Bij de deur: Good morning, put your phone in the phonebag immediately and take a seat. Grab your books and your notebook.

Start vd les: alright everybody, good morning. Put your phones in the phone bag. I want all 21 of them in there. Take out your books, a notebook and a pen. You can keep them closed for now. Compliment the students who already have their books/put their phones away. Make it go quick. They can do this within 30 seconds because it's all a reminder of what I already said.

Program & Goals

Plan: Recap of everything

At the end of the lesson:

- I have played pictionary to know if I still need to study the words

- I have asked my last questions about the grammar and done assignments about it.

Overgang start naar doelen: okay thank you for sharing! Now we'll move on to the plan for today. Today we are going to look at the 2 easier pieces of grammar from this chapter that we've already talked about before the break and we're going to do a specific type of reading exercise in the book. Student, please read out the goals for me.

Interruptions:

Behalve bij te grote overtredingen. Dan is het of meteen verplaatsen/strafwerk of meteen vertrekken.

1. naam, verwachting

2. waarschuwing 1

3. verplaatsen (= waarschuwing 2)

4. vertrekken - dit wel echt doen. Als ik dit consequent doe, gebeurt het mogelijk een aantal keer, maar daarna hopelijk niet meer.

Pictionary - 2 redoes per team

1. 2 teams (klas helft), 2 scheidsrechters 2. ga bij elkaar staan in 1 rij/groep. 4. De 1e krijgt een woord op een papiertje, deze teken je op het bord. Het team raad welk woord het is. 5. de scheidsrechter weet welk woord je hebt en bepaald of het goed geroepen is of niet. Dan schrijven ze 1 punt op en dan komt de volgende naar voren. 6. Raad zoveel mogelijk goede woorden in 3 minuten. Je mag pas een 2e keer als iedereen 1x geweest is.

10 min- 13:20

3 minuten om zo veel mogelijk woorden te raden. De scheids geeft woorden aan en bepaald of het juist is geraden of niet. Ze houden de punten bij en noteren minpunten als de regels worden overtreden (-te veel- tekst bij de tekening, tips gegeven door de tekenaar). De scheidsrechters zijn onpartijdig. Het team dat de meeste woorden raad wint.

Niemand tekent een tweede keer, totdat iedereen in het team een keer heeft getekend. Als een woord lang duurt om te raden, mag de scheidsrechter een hint geven, word het dan nog niet geraden dan mag het team samen besluiten om 1 van hun 2 herkansingen in te zetten en mag de tekenaar een ander kaartje.

Gaat het soepel en zijn er nog genoeg woorden over: dan kunnen we het een tweede keer doen.

Total: 9 min max

Homework

Test Jezelf grammatica opdrachten af.

Bekijk de grammatica om te zien of je nog vragen heb. Vandaag laatste kans om vragen te stellen. - welke vragen heb je bedacht?

until 13:25

Eerst 5 minuten voor vragen.

Conditionals - voorwaarden

Zin met if: voorwaardelijke bijzin. -> Als dit gebeurt....

Hoofdzin zonder if: gevolg/resultaat -> ...dan dit en dit

If zin = NOOIT would of will.

Present simple = werkwoord. He/She/It + s

Will = will (not/won't) + werkwoord

Past simple = werkwoord +ed of het 2e rijtje irregular verbs.

Would = would (not) + werkwoord

until 13:27

Uitleggen

Doel: Nieuwe grammatica uitleggen

Schrijf mee in je schrift, maar luister eerst. In het boek wordt het niet aangeduid met cijfers, maar online wel en zo kun je ze makkelijker uit elkaar houden. Het gaat van zo waarschijnlijk mogelijk (een feit dus) naar heel waarschijnlijk en de volgende is dan nog minder waarschijnlijk en die komt zo.

3 min

Conditionals - if sentences

0 - bij feiten. if + present simple en present simple. (100%)

If you speed up, you go faster = als je versnelt, ga je sneller = feit

1 -  waarschijnlijkheden/mogelijkheden.  if + present simple en hoofdzin: will + ww.. (80-99%)

We will go to London if he gets the day off = dag vrij, Londen.

2 - 'hypothetische' situaties (geen tot hele kleine kans). if + past simple en hoofdzin: would + ww. (+/- 0-20%) - If I were you....

until 13:29

Uitleggen

Doel: Nieuwe grammatica uitleggen

Schrijf mee in je schrift, maar luister eerst. In het boek wordt het niet aangeduid met cijfers, maar online wel en zo kun je ze makkelijker uit elkaar houden. Het gaat van zo waarschijnlijk mogelijk (een feit dus) naar heel waarschijnlijk en de volgende is dan nog minder waarschijnlijk en die komt zo.

5 min

Pitfalls 

Your (bezit)                   You're (you are)               (Youre bestaat niet)

Its (bezit)                       It's (it is)

Their (bezit)                 They're (They are)             There (daar/place)

Were (waren)               We're (we are)                     Where (waar/place)

To (bijna altijd)            Too (ook/té)

Then (bijna altijd met e, vb. toen)

Than (vergelijkingen. Better than, nicer than, etc.) (dan)

Until: 13:31 max

Total: 2 min

When/if

Give her the money if you see her.

*If betekent 'als' of 'indien'. Je weet niet zeker of iets gaat gebeuren.

Give her the money when you see her.

*when betekent 'toen' of 'wanneer'. Je weet wel zeker of iets gaat gebeuren.

Until: 13:33 max

Leerlingen schrijven dit op ik hun schrift.

Ik vertel het eerst (1 min) en dan schrijven ze het op (1 min)

Total: 2 min

Zelfstandig werken - oefentoets

Wat: Je maakt de oefentoets die je van mij krijgt

Hoe: Je doet dit alleen in stilte, heel soms mag je fluisterend iets aan je buur vragen,

Hulp: notities/boek, elkaar (soms), docent (altijd)

Tijd:  +/- 15 min 

Klaar: kruiswoordpuzzel van de woorden maken

Uitkomst: Dit is huiswerk voor dinsdag

Doel: leerlingen gaan bezig met de opdrachten uit het boek met de kennis en tools die ze mee hebben gekregen deze les.

Zet leerlingen nu zelfstandig aan het werk, ze maken 19 (over de tekst structuur), 20 en 21. Ze mogen samenwerken en de tools vanuit deze les gebruiken voor deze opdrachten. Ze krijgen hiervoor een minuut of 10 tot 11:46 en dit is het huiswerk voor morgen. Als ze klaar zijn lezen ze alvast de grammatica door op pagina 107 voor morgen.

Ze mogen pas opruimen als ik dat zeg.

Huiswerk maandag:

Leren voor de toets

At 11:46 I will tell them about this homework and move on to the goals.

Goals

Raise your hand if it's true for you

- I have played pictionary to know if I still need to study the words

- I have asked my last questions about the grammar and done assignments about it.

Doel: herhalen wat de doelen waren en checken of leerlingen deze doelen hebben gehaald

I will ask a student to read out the goals and ask if they have done those things and to give me an answer to the questions, then I will ask 2 or 3 other students for more examples/explanations.

Students may not put their books away until I am done discussing the goals with them. If they do, they need to grab them again. No exceptions. (Unless I have told them they could in the step before this)