Moeite met snel lezen (in verhouding tot klasgenoten)
Moeite met nauwkeurig lezen (in verhouding tot klasgenoten)
Moeite met het herkennen van letters en klanken en het opschrijven ervan
Moeite met woordvinding (meer tijd nodig om op woorden te komen)
Probeert vaak lezen zoveel mogelijk te vermijden omdat het zoveel inspanning kost
Moeite met het spellen van woorden en veel herhaling nodig bij het aanleren van spellingregels.