Douzième cours 26 octobre

• Frans
• Middelbare school
• vmbo g, t, havo
• Leerjaar 2

Planning et buts

Aan het eind van dit lesuur....

1. Hebben we de werkwoorden ''partir, sortir, servir, dormir & sentir'' herhaald

Klassenregels

We werken rustig samen in de klas.

We respecteren elkaar. 

We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.

Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.

We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook in de telefoontas.

We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.

We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.

We laten elkaar uitpraten.

We eten en drinken niet in het klaslokaal (behalve in de pauzes).

We verstoren niet bewust de les (door bijvoorbeeld dingen door te klas te gooien of te roepen)

partir (sentir, sortir)

Sleep de juiste vertalingen van de hele werkwoorden naar elkaar toe. 

Partir

Dormir

Sortir

Servir

Sentir

Voelen,ruiken

Dienen

Vertrekken

Uitgaan

Slapen

Passé composé

Dormir- servir- sentir- 

Deze werkwoorden worden met avoir vervoegd

De uitgangen veranderen niet

Dormir

	Prés.	Passé com.	Imp.	Futur s.
Je	do r s	ai dorm i	dorm ais	dormir ai
Tu	do r s	as dorm i	dorm ais	dormir as
Il/Elle/On	do r t	a dorm i	dorm ait	dormir a
Nous	dorm ons	avons dorm i	dorm ions	dormir ons
Vous	dorm ez	avez dorm i	dorm iez	dormir ez
Ils/Elles	dorm ent	ont dorm i	dorm aient	dormir ont

Opdracht

Bekijk bladzijde 13 van je boek. Hier staat het werkwoord Partir in de tijden: présent, passé composé, imparfait & futur simple

Houd je schrift ook erbij met de rijtjes van dormir, sortir,servir & sentir in de tijden:  présent, passé composé, imparfait & futur simple.

Je gaat nu opdracht 26c tm 26f maken

Maak een verhaal

1. Over je dagroutine. Bijvoorbeeld:

J'ai dormi jusqu'à 6h30. A 7h45, je suis partie à l'école,etc.,etc.

2. Maak minimaal 5 zinnen en gebruik de werkwoorden: ''sentir'', ''servir'', ''partir'', ''sortir'' & ''dormir''. Andere werkwoorden mag natuurlijk ook.

Exitticket

Vervoeg de volgende werkwoorden:

1. je-partir-présent

2. nous-sentir-passé composé

3. ils-sortir-imparfait

4. vous-dormir-futur simple

5. tu-servir-présent

6. nous (2 meisjes)-partir-passé composé

Devoirs

Apprendre: vocabulaire A + B + E + F (p.39-41 wb),
Grammaire C (p.10 tb), Phrases Clés D (P.11 tb),  Grammaire G (p.13 tb)

Faire: Exercices 26c tot en met 26f