Grammatica les 4: lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp

Na deze les
heb je de stof over lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp herhaald en kun je aan de slag met oefenzinnen.
heb je voor jezelf duidelijk welke onderdelen je (nog) lastig vindt bij het ontleden van zinnen.

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Na deze les
heb je de stof over lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp herhaald en kun je aan de slag met oefenzinnen.
heb je voor jezelf duidelijk welke onderdelen je (nog) lastig vindt bij het ontleden van zinnen.

Slide 1 - Slide

timer
15:00

Slide 2 - Slide

lijdend voorwerp
wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp

Ik eet een appel. (Wat eet ik?). Eet = werkwoordelijk gezegde. Het lijdend voorwerp 'ondergaat' de handeling van het onderwerp.

Slide 3 - Slide

lijdend voorwerp
Heeft elke zin een lijdend voorwerp? Nee
Afhankelijk van het werkwoord.

Hij ontvangt..... iets 
Ik fiets....(iets? iemand? Nee, dat kan niet). 

Slide 4 - Slide

meewerkend voorwerp
aan/voor wie + gezegde + ow (+ lv)?

ow=onderwerp. 

Hij heeft aan Sanne een cadeau gegeven.
(Aan wie heeft hij een cadeau (=lv) gegeven? Aan Sanne.

Slide 5 - Slide

meewerkend voorwerp
Voorbeelden van werkwoorden die vaak een meewerkend voorwerp 'bij zich dragen':

aanbieden
overhandigen
antwoorden
laten zien

Slide 6 - Slide

ontleedvolgorde
Onderstreep de pv en hak de zin in stukken.
En dan ontleden in de volgende volgorde:
1.pv (persoonsvorm)
2.ow (onderwerp)
3.wg of ng (werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde)
4.lv (lijdend voorwerp)
5.mv (meewerkend voorwerp)

Slide 7 - Slide

Wat vind ik nog lastig aan het ontleden van zinnen? Vul je antwoord in.

Slide 8 - Open question

Huiswerk maandag 12 september 3e uur
1. Je neemt weer je leesboek mee!
2. (Af)maken in Learnbeat:
Hoofdstuk 2, paragraaf 2.3, 
onderdeel B (lijdend voorwerp): opgave 1 t/m 6
onderdeel C (meewerkend voorwerp): opgave 1 t/m 6
3. Leren uit je handboek: paragraaf 3.1 t/m 3.6, stof jaar 1 en 1+

Slide 9 - Slide

Ik begrijp de stof die tot nu toe behandeld is.
Ja, helemaal
Ik begrijp bijna alles
Ik vind veel onderdelen nog wel moeilijk te begrijpen

Slide 10 - Poll

SO grammatica 23 september 2e uur

redekundig ontleden (weging 5%). Alle behandelde stof, behalve het naamwoordelijk gezegde (theorie uit het handboek). Dus: in zinsdelen hakken, pv, ow, wg, lv, mw, bwb, persoonsvormen uit samengestelde zinnen halen.
Handboek: paragraaf 3.1 t/m  3.9, stof jaar 1 en 1+ 

Slide 11 - Slide

Huiswerk
Afmaken
2.2, onderdeel B, opgave 4 t/m 7
2.2, onderdeel C, opgave 2 t/m 5
Doornemen in je handboek: paragraaf 3.1 t/m  

Slide 12 - Slide