Leren leren bij biologie

Leren leren bij biologie
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

This lesson contains 33 slides, with text slides and 10 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Leren leren bij biologie

Slide 1 - Slide

Leren leren (bij biologie)
Maak aantekeningen in je schrift tijdens het filmpje

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Aantekeningen maken
Is het gelukt?
Check in duo's of jullie alles hebt genoteerd. 

Slide 4 - Slide

Leren doe je met je hersenen!
80-90 miljard zenuwcellen geven berichten door

Slide 5 - Slide

Je brein is een supercomputer.
Alleen kun jij nog meer:
... je hebt gevoelens.
... je kan goed en kwaad onderscheiden.
... je kan kiezen wat je traint.

Je brein moet je trainen.
Hiervoor moet je brein ook tot rust kunnen komen







Wat je oefent, groeit.....



Wat je niet gebruikt, wordt gesnoeid......

Slide 6 - Slide

slaaptips
* op vaste tijden gaan slapen en opstaan
* een stille, donkere, goed geventileerde kamer 
* 30 minuten voor je gaat slapen stoppen met schermen
* voldoende blootstelling aan daglicht overdag: naar buiten!
* voldoende beweging: sporten of wandelen!

Slide 7 - Slide

actief leren
Lezen is niet actief leren!
Wat is wel actief leren?
  1. samenvatten 
  2. ezelsbruggetjes verzinnen
  3. opdrachten maken
  4. vragen stellen
  5. uitleggen
  6. testen

Slide 8 - Slide

Je onthoudt...
10% van wat je leest 
20% van wat je hoort 
30% van wat je ziet 

50% van wat je hoort én ziet 
70% van wat je met anderen bespreekt
 80% van wat je evalueert en nabespreekt

 90% van wat je uitlegt aan anderen

Slide 9 - Slide

Hoeveel kan jouw brein aan?
  • Je hersenen kunnen maar 1 ding tegelijkertijd.
  • Door afleiding minder goede concentratie.
  • Waar was ik gebleven? Wat was ik aan het doen? 
  • Langer bezig met school.
  • Dus..... 
  • Leg de mobiel weg.
  • Rustige studeerplek.

Slide 10 - Slide

Huiswerk maken en leren
  • Eerst ontspannen na thuiskomen.
  • Controleer wat je moet doen in weektakenoverzicht.
  • Wat is het belangrijkst? >> moet eerst gedaan worden
  • Wat heeft minder haast?
  • Leerwerk en huiswerk afwisselen.
  • Klaar? Afvinken in je weektakenoverzicht.

Slide 11 - Slide

Tips leren
  • Leerwerk opdelen in 20 min (verspreiden over meerdere dagen).
  • Markeer wat belangrijk is in schrift of boek
  • Maak een samenvatting  
  • Overhoren 
  • Herhaal je leerwerk op verschillende dagen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

HERHALING!

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

mind map maken 7 stappen
1. Zet het onderwerp in het midden.
2. Verschillende takken maken
3. Zet de deelonderwerpen (als het lukt met de klok mee) om het onderwerp.
4. Kleur de takken allemaal met een andere kleur.
5. Liefst één woord per tak, sleutelwoord; betekenis er onder
6. In het midden globale info, buiten aan specifieke info
7 werk met tekeningen, plaatjes, symbolen

Slide 17 - Slide

Samenvatting maken
De meest gebruikte techniek voor het leren van een lap tekst is het maken van een samenvatting.
In een samenvatting staan alle belangrijke dingen uit de tekst, zonder alle overbodige informatie.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Stappenplan
  1. Bekijk de tekst: wat valt je op?
  2. Zoek uit waar de tekst over gaat. Dit is het onderwerp.
  3. Zoek de belangrijkste informatie. Die kan je meestal vinden in de eerste, tweede of laatste zin van elke alinea. Of gebruik signaalwoorden. Markeer deze info.
  4. Maak je samenvatting in eigen woorden.
  5. Schrijf definities letterlijk op.
  6. Lees je samenvatting kritisch door, en controleer of deze alle belangrijke informatie bevat.
  7. Gebruik ook plaatjes tekeningen.

Slide 20 - Slide

begrippenlijst maken

Slide 21 - Slide

Een begrippenlijst is een verzameling van alle belangrijke begrippen uit een
tekst. Belangrijk hierbij is dat je bij elk begrip een uitleg geeft.
Wat betekent het woord of begrip precies? Welke woorden zet je in een
begrippenlijst? Vaak zijn dat de woorden die in het boek dikgedrukt zijn of een
bepaalde kleur hebben.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Kaartjesmethode

Slide 24 - Slide

Wanneer je woordjes leert met een langere betekenis, zoals bij Nederlands
woordenschat, kan het handig zijn de kaartjesmethode te gebruiken.
Je maakt kaartje ongeveer zo groot als een pasje. Aan de ene kant schrijf je het
woord of begrip dat je moet leren. Aan de andere kant de betekenis.
Maak een stapeltje van de kaartjes en leg alle woorden of begrippen naar boven
of juist alle betekenissen. Ga alle kaartjes langs en probeer op te noemen wat er
aan de andere kant staat.
Ook hier geldt: deel het op in stukjes en herhaal zo vaak mogelijk, op
verschillende dagen. De kaartjesmethode kan je ook gebruiken om stappen of
gebeurtenissen in de juiste volgorde te leggen. 

Slide 25 - Slide

Alternatieven
Bij het leren voor Franse, Engelse of Duitse woordjes kan het handig zijn
vrouwelijke, mannelijke en bij Duits onzijdige woordjes een verschillende
kleur kaart te geven (roze, blauw, wit). Zo zie je al aan de kleur van het kaartje of
je bij Frans bijvoorbeeld Le of La moet gebruiken.
Schrijf bij topografie aan één kant het nummertje op de kaart en aan de andere
kant de bijbehorende stad, rivier etc.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Oefenen voor biologie
biologiepagina.nl
https://www.meneerspoor.nl/1e-klas.html


Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Succes met (leren) leren!

Slide 33 - Slide