Klantentypes

• Verkoop
• Secundair onderwijs

In welke categorieën kan je klanten volgens jou opsplitsen/opdelen?

Klantentypes

• Volgens hun koopgedrag 
• Volgens hun communicatievaardigheid en zelfzekerheid 
• Volgens hun leeftijd 

Discountklant

De trouwe klant

De behoeftegebaseerde klant 

Bezoekt de winkel vaak

Zijn beslissing hangt af van korting

Minder dan 20% van het klantenbestand

Zorgt voor meer dan 50% van de omzet

De klant wil een specifiek artikel kopen

De zwervende klant

De implusklant/koper

Geen bepaald behoefte/verlangen

Wil bepaald gevoel/ervaring beleven

Niet gepland om iets te kopen

Koopt wat op dat moment goed lijkt

Starter 1: klantentypes

1. Discountklant 
2. De behoefte gebaseerde klant 
3. De zwervende klant 
4. De trouwe klant 
5. De impulsklant/koper

Starter 1: hoe omgaan met #?

Lees de teksjes en probeer het juiste klantentypen erbij te plaatsen.

Starter 1: welk type ben jij?

Heb je hiermee ervaringen? 

Klantentypes

• Volgens hun koopgedrag 
• Volgens hun communicatievaardigheid en zelfzekerheid 
• Volgens hun leeftijd 

Communicatief

Zelfzeker

Starter 2: Hoe communicatief en zelfzeker is de klant?

1. Wat is een communicatieve klant? 

Een klant die goed en vlot kan praten, graag praat, veel kennis of informatie bezit. 

2. Wat is een zelfzekere klant? 
Een klant die zelfzeker is, die zelfvertrouwen heeft, niet of zelen aan zichzelf twijfelt. 

Starter 2

Plaats in het bovenstaande schema de 4 volgende klantentypes op de juiste plaats: 

1. Babbelaar 
2. Drammer
3. Twijfelaar 
4. Zwijger 

Starter 2

Elk van deze vier klantentypes vraagt een andere aanpak. Jij als verkoper moet je daarop afstremmen. Geef voor elke klant: 

A - de kenmerken 

B - de manier waarop je de klant moet benaderen

Starter 2

Twijfelaar

A - Weinig communicatief + niet zelfzeker. Hij kan de knoop niet doorhakken. 

B - Jij als verkoper moet de klant aan het praten krijgen. Jij moet de knoop doorhakken. Wijs de klant erop dat ruilen mogelijk is. 
Laat hem producten testen.

Starter 2

Drammer 

A - Zelfzeker + communicatief. Hij geeft zelf veel info en praat gemakkelijk. 

B - Je moet goed luisteren en geen verkooppraatje voeren. De klant weet het toch beter. 

Starter 2

Zwijger 

A - Praat niet graag + zelfzeker 

B - Neem je tijd om de klant te woord te staan. Je productkennis is zeer belangrijk om de klant te overtuigen.

Klantentypes

• Volgens hun koopgedrag 
• Volgens hun communicatievaardigheid en zelfzekerheid 
• Volgens hun leeftijd 

Waarmee is de leeftijdsgroep 16-25 bezig?

Waarmee is de leeftijdsgroep 26-35 jaar bezig?

Waarmee is de leeftijdsgroep 34-49 jaar bezig?

Waarmee is de leeftijdsgroep 50 - 65 jaar bezig?

Waarmee is de leeftijdsgroep 65+ mee bezig?

Hoe benader je een bepaalde categorie?

1. Jongeren hebben minder geld om te besteden, hou hier rekening mee. 
2. 50-65 jarige willen meer comfort en zijn bereid hier mee geld aan te spenderen. 
3. Oudere mensen denken aan hun gezondheid, speel hier dus zeker op in.