Blok 7 week 1 les 2

Spelling blok 7 week 1 les 2
Je leert woorden schrijven met drie categorieën
1 / 13
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling blok 7 week 1 les 2
Je leert woorden schrijven met drie categorieën

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

woorden die beginnen met een v

Slide 3 - Mind map

Welke twee categorieën?
botsing
A
langermaakwoord
B
hakwoord
C
zingwoord
D
klankgroepenwoord

Slide 4 - Quiz

Welke twee categorieën?
sneeuwspoor
A
eeuw-ieuw-woord
B
hakwoord
C
langermaakwoord
D
oor-woord

Slide 5 - Quiz

Luchtwoord van het versje
Sippe Simon heeft weer pech
Ach, het is zo'n lekker joch
Draait zich om en, och niet huilen.
Sippe Simon, lach nou toch.

Slide 6 - Slide

Noem zoveel mogelijk luchtwoorden van het versje

Slide 7 - Open question

We oefenen eerst met het klankgroepenwoord
1. de boter

2. de schutting

3. zij misleiden 


Slide 8 - Slide

Klankgroepenwoord met lange klank aan het eind
nu             auto
zo             oma

Behalve bij ee aan het eind: 
zee
nee

Slide 9 - Slide

Woorden met 3 categorieën
Afspraken:
1. Je noemt de categorieën van links naar rechts
2. Als het een verkleinwoord is, zeg je eerst: verkleinwoord. Grondwoord is.....En dan ga je van links naar rechts de categorieën zeggen. 

(Grondwoord is: je, tje of pje eraf halen. Werkje--> werk) 

Slide 10 - Slide

Woorden met 3 categorieën
1. nieuwsgierig              eeuw-ieuw-woord   klankgroepenwoord  achtervoegsel
                                                                                                                   

2. verrassingen              voorvoegsel       klankgroepenwoord      zingwoord
           

3. proefwerkje               verkleinwoord    hakwoord     speciaal hakwoord

Slide 11 - Slide

Welke drie categorieën zitten erin?
bedankje
A
verkleinwoord
B
voorvoegsel
C
langermaakwoord
D
plankwoord

Slide 12 - Quiz

Werkboek
Maak blz:37 opdracht 2 en 3

Slide 13 - Slide