This lesson contains 9 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Hoe is je stemming nu?
Slide 2 - Poll
This item has no instructions
Wat zou helpen om je stemming te verbeteren? (zelf / anderen?)
Slide 3 - Open question
This item has no instructions
We geven nu hydride lessen (1/3 van de leerlingen in de klas, 2/3 thuis online). Hoe is dat?
A
Beter dan helemaal online; je hebt nu in elk geval interactie met leerlingen
B
Ingewikkeld; je moet nu je aandacht verdelen over live en online
C
Geen idee, we gaan het zien!
D
Voor de leerlingen beter, voor de docenten niet
Slide 4 - Quiz
This item has no instructions
Vandaag studiedag
Om 11.30u online uitleg gebruik camera's in de klas
Om 13u online uitwisseling over hybride lessen
Om 14u webinar Nationaal Plan Onderwijs
Je bent van harte uitgenodigd!
Slide 5 - Slide
This item has no instructions
even in breakoutrooms
Bespreek met elkaar wat je tot nu toe tijdens je stage bent tegengekomen.
Kies een positieve en een iets minder positieve ervaring uit.
Slide 6 - Slide
This item has no instructions
Welke situatie uit de voorgaande gesprekken leent zich voor een intervisie?
Slide 7 - Open question
This item has no instructions
Nieuwe vraag
Op HBL splitsen we leerlingen heel snel op in havo, atheneum en gymnasium. Landelijk wordt ervoor gepleit om leerlingen langer bij elkaar te houden. Wat vinden jullie?
Nieuwe breakoutrooms!
Slide 8 - Slide
Iedere keer als we een complex probleem of een grote taak opdelen in kleinere stukjes, dan spreken we van decomponeren (of ontleden).
Leerlingen krijgen op school ook te maken met complexe problemen of grote taken, die ze het beste eerst kunnen opdelen in kleine behapbare stukjes om daar vervolgens stap voor stap mee aan de slag te gaan. Alle kleine stukjes tezamen lossen uiteindelijk het complexe probleem of de grote taak op.
Een tekst opdelen in alinea's, toetsstof opdelen en per deel leren, een taakverdeling maken bij een groot project. Allemaal voorbeelden van decomponeren.
Het oplossen van een puzzel is een typisch voorbeeld van decomponeren. Je kunt het probleem in een keer proberen op te lossen, maar de meeste mensen zullen het probleem (de puzzel) opsplitsen in kleinere delen. Zo kan je eerst de randjes sorteren en de buitenkant van de puzzel maken, vervolgens eventueel sorteren op kleuren of herkenbare delen in de puzzel om zo puzzelstuk voor puzzelstuk kleine stukjes op te lossen om uiteindelijk de hele puzzel op te lossen.
Laat docenten ook zelf voorbeelden bedenken uit hun dagelijks leven of lespraktijk.