tegenargumenten en weerleggingen H4 NN

argumenten, tegenargumenten en weerlegging




Lesdoelen: je kunt argumenten, tegenargumenten en weerleggingen herkennen.

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

argumenten, tegenargumenten en weerlegging




Lesdoelen: je kunt argumenten, tegenargumenten en weerleggingen herkennen.

Slide 1 - Slide

planning
vandaag start lezen h4: tegenargument en weerlegging
vandaag: filmpje!!
11 brieven!
week na de vakantie: lezen h4 + h5 (functiewoorden)
Confettiregen - Splinter Chabot
24/5: S.O.
Toetsweek: lezen (1-6) en woordenschat (2+4)

Slide 2 - Slide

aanval op argumentatie

Waaruit bestaat een argumentatie?
Hoe val je aan?
Welke mogelijkheden heb je?

Slide 3 - Slide

1. je valt het standpunt aan
Deze tactiek heeft het meest zin bij feitelijke argumenten die waar zijn; die zijn namelijk niet te weerleggen, dus val je het standpunt aan.

 
Ik doe liever geen eindexamen (standpunt), want als ik slaag moet ik naar een andere school (feitelijk argument).
Ik heb juist wel zin in het examen (standpunt), want ik ben wel toe aan een nieuwe uitdaging (waarderend tegenargument)

Slide 4 - Slide

2. je valt het argument aan
Deze tactiek is vooral bruikbaar bij de waarderende argumenten en bij argumenten die niet juist zijn of niet zo feitelijk zijn als de spreker/schrijver beweert.

Ik doe liever geen eindexamen (standpunt), want ik kan niet goed tegen die spanning (waarderend argument).
Dan wordt het voor jou tijd om te leren omgaan met die spanning, want je moet toch een diploma halen (weerlegging)

Slide 5 - Slide

tegenargument en weerlegging
met een tegenargument weerleg je een standpunt
X
met een weerlegging ontkracht je een argument

Slide 6 - Slide

redenering / argumentatie
Het nieuws zou veel meer aandacht moeten krijgen in de klas, want leerlingen weten vaak nauwelijks wat er in de wereld speelt.

Slide 7 - Slide

argumenten h3
Feitelijk argument
Voorbeeld: Ik ga liever niet mee naar Parijs (standpunt), want Parijs is een grote, dichtbevolkte stad (argument).

Waarderend argument
Voorbeeld: Ik ga graag naar Parijs (standpunt), want Parijs heeft de mooiste musea van de hele wereld (argument).

Slide 8 - Slide

Kijk-opdracht

Bekijk het filmpje en noteer de argumenten voor kernenergie, de argumenten tegen kernenergie en de weerleggingen!


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

startopdracht (blz. 114)

Wat is het onderwerp?
Wat de hoofdgedachte?
Argument voor standpunt Höök?
Weerlegging van het argument?
Reactie Höök?


Slide 11 - Slide

De verbranding van afval veroorzaakt de helft minder broeikasgassen dan fossiele grondstoffen
A
standpunt
B
argument
C
tegenargument
D
weerlegging

Slide 12 - Quiz

Energie uit afval is net zo milieuonvriendelijk als het gebruik van olie en kolen.
A
standpunt
B
argument
C
tegenargument
D
weerlegging

Slide 13 - Quiz

Kledingverbranding is een milieubewuste oplossing voor stadsverwarming
A
standpunt
B
argument
C
tegenargument
D
weerlegging

Slide 14 - Quiz

huiswerk
bespreken opdracht 2
blz. 115-117

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video