Triviant ronde 3 & 4 groep 7 Springplank

Ronde 3
Nieuwsbegrip
1 / 26
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 7

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Ronde 3
Nieuwsbegrip

Slide 1 - Slide

Wat was het onderwerp van Nieuwsbegrip deze week?
A
40 jaar jeugdjournaal
B
Schaken
C
Vaccineren
D
Vogels tellen

Slide 2 - Quiz

Hoeveel soorten vogels staan er op een telformulier afgebeeld?
A
20
B
25
C
30
D
35

Slide 3 - Quiz

Hoe komt het dat de top 10 er ieder jaar anders uitziet? Er zijn 2 redenen

Slide 4 - Open question

Wanneer kan je de meeste vogels tellen?
A
's ochtends
B
's middags
C
's avonds
D
's nachts

Slide 5 - Quiz

Hoe win je met schaken?
Je moet van de tegenstander ... veroveren.
A
Het paard
B
De koningin
C
De loper
D
De koning

Slide 6 - Quiz

Wat is een recensie? Zoals bij de twee boeken.

Slide 7 - Open question

Het ver schoppen


Complex

Gebaseerd op


Inzicht

Beweren

Capaciteit


Een kwaliteit die iemand heeft
Waar iets vandaan komt
Het begrip van hoe iets in elkaar zit
Vooruitkomen in het leven
Ingewikkeld
Zeggen dat het zo is

Slide 8 - Drag question

Wie kreeg in Nederland als eerst een vaccin?
A
Margaret Keenan
B
Edith Kwoizalla
C
Sanna Elkadiri
D
Jos Hermans

Slide 9 - Quiz

Welk land is koploper in vaccinaties? Dus heeft de meeste mensen gevaccineerd.
A
Egypte
B
Israël
C
Verenigde Staten
D
Turkije

Slide 10 - Quiz

Wat zijn antistoffen?

Slide 11 - Open question

Wat is de doelgroep van het jeugdjournaal?
A
8-12 jaar
B
5-16 jaar
C
6-10 jaar
D
7-18 jaar

Slide 12 - Quiz

Waarom kijken mensen die Nederlands aan het leren zijn graag naar het jeugdjournaal?

Slide 13 - Open question

Wat wordt er gemaakt om het jubileum te vieren, dat mensen kunnen gebruiken?

Slide 14 - Mind map

Ronde 4
Van alles en nog wat

Slide 15 - Slide

Wie is de nieuwe president van Amerika?

Slide 16 - Poll

Wat is de laagste temperatuur ooit gemeten?

Slide 17 - Open question

Olifanten kunnen zwemmen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Wat is de meest gesproken taal ter wereld?
A
Arabisch
B
Engels
C
Spaans
D
Mandarijn

Slide 19 - Quiz

Wat is ongeveer even groot als het oog van een olifant?
A
Hockeybal
B
Golfbal
C
Basketbal
D
Pingpongbal

Slide 20 - Quiz

Lidwoord
Zelfst. naamw.
Werkwoord
Bijvoeglijk naamw.
Voorzetsel
De
hond
loopt
naar
het
grote
veld.

Slide 21 - Drag question

Welke woordsoort ontbreekt in de zin:

Het ____ meisje kan erg goed zingen.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel

Slide 22 - Quiz

Zet de namen van de landen op de juiste plek.
Slepen maar!
Heb jij de tekst en de filmpjes goed begrepen? Test je kennis!
IJsland
Noorwegen
Zweden
Denemarken
Engeland
Frankrijk

Slide 23 - Drag question

Sleep de woorden naar de juiste woordsoorten toe. 
lidwoord
werk-
woord
zelfst
naamw
bijv
naamw
voorzetsel
het
de
een
werkt
gekeken
graai
lucht
gaten
olifant
gouden
deftige
knappe
achter
onder
tussen

Slide 24 - Drag question

Wat is de schijf van 5?
A
5 vakken met minder goede producten waar je niets uit mag nemen
B
5 vakken met alleen maar vette dingen waar je 1 keer per week iets uit mag kiezen
C
5 vakken vol goede producten waar je ieder dag iets uit kiest. Uit het ene vak wat meer dan het andere
D
5 vakken met goede en minder goede producten door elkaar Je kiest zelf de goede producten

Slide 25 - Quiz

Wat vond je van deze activiteit?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll