afsluiting Steden en Staten

Steden en Staten
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Steden en Staten

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Herhaling leerdoelen 
  • Werken aan je bouwopdracht + verslag

Slide 2 - Slide

Na deze les...
  • ... Heb ik gewerkt aan de bouwopdracht.
  • ... Heb ik all mijn leerdoelen uitgewerkt in het leerdoelen document.

Slide 3 - Slide

Wat weet je nog over hoe Europa veranderde in de middeleeuwen?

Slide 4 - Mind map

Leerdoelen 6.1:
Paragraaf 1: Woonplaats en werkplaats:

1. Je kunt uitleggen hoe Europa weer een landbouwstedelijke
samenleving werd.
2. Je kunt uitleggen hoe de geldeconomie in Europa zich ontwikkelde.
3. Je kunt uitleggen hoe de nijverheid was georganiseerd.
4. Je kunt beschrijven hoe de internationale handel groeide.

Slide 5 - Slide

Leerdoelen 6.2
Paragraaf 2: Zelfstandige burgers:

1. Je kunt uitleggen wat stadsrechten zijn en welke gevolgen die
hadden voor burgers en boeren.
2. Je kunt uitleggen hoe burgers hun stad bestuurden.

Slide 6 - Slide

Leerdoelen 6.3
Paragraaf 3: De machtige kerk:
1. Je kunt een beschrijving geven van twee bouwstijlen van
middeleeuwse kerken (Romaans en Gotisch)
2. Je kunt uitleggen hoe belangrijk godsdienst was voor christenen
en hoe machtig de kerk daardoor was.
3. Je kunt beschrijven hoe de kerk omging met mensen die een
afwijkend geloof of gedrag hadden.
4. Je kunt beschrijven waarom en hoe joden werden buitengesloten
en vervolgd.

Slide 7 - Slide

Leerdoelen 6.4

Paragraaf 4: De vorming van staten.

1. Je kunt uitleggen wat staten zijn en hoe staten in deze tijd
ontstaan.
2. Je kunt uitleggen wat de begrippen centralisatie en staatsvorming
betekenen.

Slide 8 - Slide

Leerdoelen 6.5

Paragraaf 5: De kruistochten

1. Je kunt uitleggen wat kruistochten zijn en hoe ze verliepen.
2. Je kunt beschrijven welke contacten er waren tussen Europeanen
en Arabieren.

Slide 9 - Slide

Wat ga je doen?
  • Je past je leerdoelendocument aan.
  • Je gaat verder met de bouwopdracht. (verder in de lessonup vind je meer details)

Je doet dit op fluister niveau.

Slide 10 - Slide

Wat moet je doen voor je verslag:
  1. Een voorkant met daarop de namen (voor- en achternaam) van iedereen uit je groepje, je klas, het vak en de datum dat je het inlevert.
  2. Een inleiding, waar gaat je opdracht over?
  3. Een inhoudsopgave. Welke opdracht staat op welke bladzijde.
  4. Screenshot 8 bouwopdrachten + een uitleg
  5. Een nawoord. Hoe ging de opdracht, hoe was de samenwerking en wat heb je ervan geleerd.
  6. Het verslag moet in Woord of Powerpoint
  7. 1 persoon van je groepje levert het verslag in.
De bouwopdracht:
  1. Een boerderij
  2. Een markt + geldwisselaar
  3. Werkplaats van een ambachtsman
  4. Haven
  5. Stadsmuur met een stadspoort
  6. Romaanse of Gotische kerk
  7. Brandstapel 
  8. Paleis
Bouwopdracht:

Slide 11 - Slide

6.1:
-Vanaf de 11e eeuw ontstond er in Europa weer een Landbouwstedelijke samenleving. De landbouwgrond werd uitgebreid en er werden nieuwe landbouwtechnieken gebruikt. Dit zorgde voor meer oogst en de bevolking groeide. 
-Een deel van de bevolking ging in steden wonen en leefde van handel nijverheid.

Slide 12 - Slide

6.1:
-Mensen gingen steeds meer geld gebruiken doordat er steeds meer spullen gekocht en verkocht werden op de markt. Geldwisselaars ontwikkelde zich tot bankiers.

-In de nijverheid werkten ambachtslieden die zich gingen verenigen in gilden. Ook steden aan de Noordzee en de Oostzee gingen zich verenigen.

Slide 13 - Slide

6.2:
-Graven van Holland breide hun gebied en macht uit.
-Steden kregen stadsrechten van vorsten en hoge edelen. Burgers mochten stadsmuren bouwen, belastingen en tol heffen, hun stad besturen en rechtspreken volgens hun eigen wetten. Door de opkomst van steden verdween de horigheid.
-Door de groeiende macht en zelfstandigheid van steden werden lage edelen minder machtig.

Slide 14 - Slide

6.3
-Mensen waren erg gelovig, de kerk had hierdoor veel macht. Volgens de kerk gingen mensen na de dood naar de Hemel, Hell of het vagevuur. Met een aflaat werd de tijd in het vagevuur verkort. Mensen deden veel aan bidden en dachten dat heiligen hun konden helpen.

Slide 15 - Slide

6.3
-De kerk trad hard op tegen mensen die ander gedraag of ideeën toonden. Christenen gaven joden een aparte positie in de samenleving, dit soms met geweld.
-Er werden veel kerken gebouwd in Europa, in twee stijlen: De Romaanse (1000-1200) en Gotische (1200-1500)
Gotische kerk
Romaans kerk

Slide 16 - Slide

6.4
-Duitse koningen werden minder machtig toen ze van de paus geen bisschoppen meer mochten benoemen.
-Met geld van burgers gingen de Engelse, Franse en Bourgondische vorsten hun landen meer als eenheid besturen vanuit een hoofdstad. Daardoor werden ze machtiger.
-Vorsten riepen vertegenwoordigers van de drie standen bijeen voor advies en geld.

Slide 17 - Slide

6.5:
-De kruistochten begonnen na een oproep van de paus in 1095. De Byzantijnse keizer had hulp gevraagd tegen islamitische-Turkse veroveraars.
-Kruisvaarders uit Europa trokken naar het oosten. Ze veroverden Jeruzalem en gebieden langs de oostkust van de Middellandse zee, waar ze staten oprichten. 

Slide 18 - Slide

6.5:
-Bijna twee eeuwen lang was er veel strijd tussen Europeanen en Arabieren om de kruisvaardersstaten, maar er was ook handel tussen de twee groepen. In 1291 werden de laatste kruisvaardersstaten door Arabieren veroverd.

Slide 19 - Slide

Begrippen
6.2:
  • Gewesten
  • Stadsrecht
  • Burgerij
  • Schepenen

6.3:
  • Aflaat
  • Bedevaart
  • Ketters
  • Antisemitisme
  • Pogroms
6.4:
  • Keurvorsten
  • Investituurstrijd
  • Staatsvorming
  • Centralisatie
  • Derde stand
6.5:
  • Heilige land
  • Kruistochten 
  • Kruisvaardersstaten

Slide 20 - Slide