5.4 Reading

• Engels
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo
• Leerjaar 2

5.4 Reading

Vorige les hebben we geleerd:

• Vragen om en geven van informatie over wat gedaan moet worden / bespreken wat er moet gebeuren
  
• Het geven van een korte en eenvoudige voorbereide presentatie
  
• Het geven van eenvoudige beschrijvingen van activiteiten en ervaringen
  

Eenvoudige gesprekken begrijpen zonder veel moeite

Leerdoelen

Korte, duidelijke instructies begrijpen in het Engels

Het verschil tussen adjectives en adverbs

Zelf korte instructies geven of volgen

Wat zijn instructies?

Instructies vertellen je wat je moet doen en hoe.

• “Open your book.”
• “Work quietly.”
• “Write your answer clearly.”
• “Speak slowly and loudly.”

Let op: veel instructies bevatten bijwoorden (adverbs).

Adjective (bijvoeglijk naamwoord) 

Beschrijft een zelfstandig naamwoord 

He is a quick runner. 

She is happy. 

Adverb (bijwoord)

Beschrijft een werkwoord.

He runs quickly.

She smiles happily.

The dog is...

1. happy
2. happily

He drives .....

1. careful
2. carefully

She is a ............ student.

1. quiet
2. quietly

The cake smells ......

1. good
2. well

Jullie gaan paragraaf 5.4 maken!