Marketing lesweek 8 les 2

Ondernemingsplan
1 / 31
next
Slide 1: Slide
MarketingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Ondernemingsplan

Slide 1 - Slide

Terugblik
Wat heb je onthouden van de vorige les?
Log in met de code.

Slide 2 - Slide

Coolblue wil over 5 jaar de grootste speler op de consumentenmarkt de grootste speler zijn. Dit is.........planning
A
strategische
B
operationele
C
tactische

Slide 3 - Quiz

Coolblue wil de komende 2 jaar 30 winkels openen. Dit is........planning
A
strategische
B
operationele
C
tactische

Slide 4 - Quiz

Uit welke 2 deelplannen bestaat een ondernemingsplan?
A
Marketingplan en financieel plan
B
Marketingplan en strategisch plan
C
Financieel plan en strategisch plan
D
Strategisch plan en operationeel plan

Slide 5 - Quiz

Het management richt zich de komende 2 jaar op het vergroten van het marktaandeel met 20%
A
Dit is een tactisch doel
B
Dit is een operationeel doel
C
Dit is een strategisch doel

Slide 6 - Quiz

In een marketingplan staat het volgende doel:
'Wij hebben de ambitie om het komend jaar een omzetgroei van 10% in deze nieuwe afzetmarkt te realiseren.'
A
Operationeel doel
B
Strategisch doel
C
Tactisch doel

Slide 7 - Quiz

Vraag 3
In het marketingplan van een supermarkt vinden we een interne en een externe analyse. Welk antwoord zou kunnen behoren tot de resultaten van de interne analyse?
A
Groeiende koopkracht, opkomst van internetwinkelen, meer vraag naar luxeartikelen.
B
De groeiende populariteit van internetbestellen en afhalen, de relatieve vergrijzing van de bevolking
C
Wij zijn goed in het verkopen van verse groenten en fruit en we hebben een fantastisch personeelsbeleid
D
Groeiende concurrentie van andere ketens, groei van de koopkracht en het aantal inwoners

Slide 8 - Quiz

Voor welke analyse kun je DESTEP gebruiken?
A
Interne analyse
B
Externe analyse

Slide 9 - Quiz

Is de volgende stelling juist of onjuist?

Bij de interne analyse komen alleen onderdelen aan bod waar het bedrijf zelf invloed op heeft.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Is in de onderstaande zin
een missie of visie beschreven :

'Nike gaat het beste personeel aannemen!'
A
Missie
B
Visie

Slide 11 - Quiz

Hoe noem je de beschrijving van waar een organisatie ‘naar toe wil in de toekomst’?
A
Missie
B
Visie
C
Langetermijnplanning
D
Tactische planning

Slide 12 - Quiz

In het marketingplan van een supermarktketen staat: Wij willen over vijf jaar toonaangevend zijn in de retailmarkt die zicht richt op de kritische, hoogopgeleide consument met een groot budget. Welk onderdeel van een marketingplan is hier beschreven?
A
Marketingmix
B
Bedrijfsformule
C
Missie
D
Visie

Slide 13 - Quiz

Wat behoort tot de corebusiness van elke supermarkt?
A
Het verkopen van voedingsmiddelen
B
Het aanbieden van kortingen
C
Het verlenen van service

Slide 14 - Quiz

Leerdoelen
  • Je maakt een interne en een externe analyse.
  • Je benoemt de factoren die beheersbaar zijn en de onbeheersbare factoren. 
  • Je maakt een SWOT analyse
  • Je bepaalt welke strategische keuzes gemaakt worden aan de hand van de SWOT analyse 

Slide 15 - Slide

S I T U A T I E A N A L Y S E
= een analyse waarbij je kijkt naar de huidige situatie van je bedrijf.

Slide 16 - Slide

Interne analyse

Interne omgevingsfactoren ook wel beheersbare omgevingsfactoren.
  • strategie
  • personeel
  • marketingmix
  • unique selling points (USP)
  • financiële positie

Slide 17 - Slide

Externe analyse
Externe omgevingsfactoren onderverdelen in twee groepen:
  • Meso-omgevingsfactoren: concurrenten, leveranciers, afnemers, banken en tussenhandel. 
  • Macro-omgevingsfactoren: trends in de markt, ontwikkelingen in de economie, overheid, ontwikkelingen op het gebied van bevolkingssamenstelling. 

Slide 18 - Slide

DESTEP

Slide 19 - Slide

DESTEP
• Leeftijdsopbouw van de bevolking, grootte van een gezin (demografische ontwikkelingen)
• Werkloosheid, koopkracht (economische ontwikkelingen)
• Leefstijl van mensen, opleidingsniveau gebruik van social media (sociaal-culturele ontwikkelingen)
• Internet, nieuwe producten en de manier waarop mensen nieuwe technologie gebruiken (technologische ontwikkelingen)
• Klimaat, weer, zorg voor de natuur en het milieu (ecologische ontwikkelingen)
• Wetgeving, invloed van de politiek op bedrijven (politiek-juridische ontwikkelingen)

Slide 20 - Slide

SWOT analyse
De SWOT analyse bestaat uit 4 punten:

  • S = Strengths (sterke punten)
  • W = Weaknesses (zwakke punten)
  •  
  • O = Opportinities (Kansen)
  • T = Threats (bedreigingen)

Slide 21 - Slide

Waarom SWOT?
Voorbeeld SWOT: Webshop in vrijetijdskleding
Bedreigingen:
  • Er is veel concurrentie online. 
  • Klanten zijn minder loyaal     online.
Kansen:
  • Mensen hechten steeds meer waarde aan duurzaamheid
  • Mensen kopen steeds meer online

Zwakte:
  • Levering 1-3 werkdagen
  • Slecht telefonisch bereikbaar
Sterkte:
  • Overzichtelijke webshop
  • Artikelen altijd op voorraad
  • Alle t-shirts van recycled materiaal

Slide 22 - Slide

Confrontatiematrix
De SWOT analyse leidt tot een confrontatiematrix

De sterken, zwakten, kansen en bedriegen worden tegenover elkaar gezet. Vervolgende worden er strategieën bedacht voor ieder onderdeel

Slide 23 - Slide

Stel je beschikt over een gemotiveerd team. Waar komt deze stelling in de SWOT?
A
Sterk/Zwak
B
Kansen/Bedreigingen

Slide 24 - Quiz

Welke voorbeeld van de SWOT is beheersbaar?
A
Vergrijzing
B
Crisis
C
Verkoopprijs

Slide 25 - Quiz

Stel je runt een hotel in een binnenstad. Waar komt 'bereikbaarheid openbaar' vervoer in de SWOT?
A
Sterk/Zwak
B
Kansen/Bedreigingen

Slide 26 - Quiz

Vraag 2

Een kleine bank maakt een SWOT-analyse. Hierbij blijkt dat de naamsbekendheid in Nederland zeer beperkt is. Onder welk element van de SWOT-analyse komt deze constatering te staan?
A
Bedreigingen
B
Zwakten
C
Kansen
D
Sterkten

Slide 27 - Quiz

Er heerst corona over de wereld. Waar komt deze ontwikkeling in de SWOT?
A
Sterk/Zwak
B
Kansen/Bedreigingen

Slide 28 - Quiz

Mensen willen graag een vakantie of verblijf met een thema.
Waar komt deze ontwikkeling in de SWOT analyse?
A
Sterk/zwak
B
Kansen/bedreigingen

Slide 29 - Quiz

Welke uitspraak over de SWOT-analyse is juist?
A
Een SWOT-analyse start met een externe analyse
B
Een voorbeeld van een sterkte is:'de concurrentie maakt geen gebruik van social media'.
C
Kansen en bedreigingen komen naar voren in de externe analyse.

Slide 30 - Quiz

Huiswerk
 Opdrachten 7t/m8 uit het boek

Slide 31 - Slide