This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Formatieve toets H2
Succes!
Slide 1 - Slide
Juist of onjuist? Hooggebergten ontstaan door het naar elkaar toe bewegen van platen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quiz
Juist of onjuist? Oude gebergten hebben flauwe helling en ondiepe dalen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quiz
Sleep de begrippen naar het juiste deel van de rivier.
A
B
Bovenloop
Sedimentatie
Benedenloop
Erosie
Slide 4 - Drag question
Welk dal is door een gletsjer gevormd?
A
B
C
D
Slide 5 - Quiz
Sleep de begrippen naar de juiste plek.
2
3
1
4
Stroomopwaarts
Zacht gesteente
Hard gesteente
Stroomafwaarts
Slide 6 - Drag question
De bovenloop van de Rijn ligt vooral in ......1........ en de ..........2........
De middenloop van de Rijn ligt in .............3............ daar gaat de Rijn al ..........4............
De benedenloop van de Rijn ligt in het .........5.......... van
..................... Daar gaat de Rijn zich ...........6.......... en mondt uit als ....7.............. in de Noordzee.
Antwoorden:
vertakken
Zwitserland
Nederland
Duitsland
laagland
meanderen
Alpen
Delta
Slide 7 - Drag question
1
3
2
Oude rivierbocht
Sedimentatie
Lagere stroomsnelheid
Erosie
Buitenbocht
Slide 8 - Drag question
Geef de betekenis van het begrip: erosie
Slide 9 - Open question
Geef de betekenis van het begrip: verwering
Slide 10 - Open question
Geef de betekenis van het begrip: sedimentatie
Slide 11 - Open question
Zet 1 t/m 3 onder elkaar. Noteer bij elke omschrijving het juiste begrip dat erbij hoort. 1. Kracht die vanaf buitenaf de aardkorst komt. 2. Een verzameling van overjarige sneeuw hoog in de bergen. 3. Grens tussen twee stroomgebieden
Slide 12 - Open question
Sleep de woorden naar de afbeelding waarbij zij horen.
A
B
temperatuur
wind
Erosie
verwering
Slide 13 - Drag question
Wat past er niet op de puntjes: De Alpen is/zijn een .........
A
jong gebergte
B
aantal schollen bij elkaar
C
plooiingsgebergte
D
hooggebergte
Slide 14 - Quiz
Beantwoord vraag 1 en 2. Bekijk de foto. 1. Wat is de naam van zo'n soort bocht in een rivier? 2. Stel de rivier breekt door bij de rode pijl, wat ontstaat er dan?
Slide 15 - Open question
Sleep de woorden naar de afbeelding waarbij zij horen.
A
B
veel verhang
hoge stroomsnelheid
erosie
sedimentatie
Slide 16 - Drag question
Aan de kust van Nederland vind je strandwallen en duinen. Welke vervoerder heeft de strandwallen vooral gevormd?
A
Water
B
Wind
C
IJs
D
Dieren
Slide 17 - Quiz
Bekijk de afbeelding. 1. Welk begrip past het beste bij de bovenste twee lagen gesteente op de bodem van de zee bij tekening A? 2. Waarom vind je soms fossielen in de kalklaag?
Slide 18 - Open question
Bekijk de afbeelding. Verklaar hoe het kan dat je nu soms fossielen op berghellingen in de Alpen kunt vinden? Leg ook uit hoe ze daar gekomen zijn en gebruik hierbij de juiste begrippen. (3 punten)