5.9 Kruisingen (vwo)

5.9 kruisingen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

5.9 kruisingen

Slide 1 - Slide

Vandaag
- Terugblik
- Leerdoel
- Theorie
- Aan de bak!

Slide 2 - Slide

Fenotype

Homozygoot

Een "onderdrukt" allel
De allelen voor een bepaalde eigenschap
Twee verschillende allelen voor een bepaalde eigenschap
Homozygoot dominant
Homozygoot recessief
Heterozygoot
De waarneembare eigenschap van een organisme
Twee gelijke allelen voor een eigenschap
Recessief allel
Gen
Heterozygoot
AA
aa
Aa

Slide 3 - Drag question

Leerdoel
Je kunt een kruisingsthema opstellen en daaruit de kans op een bepaald genotype en fenotype bij de nakomelingen afleiden. 

Slide 4 - Slide

Kruisingen
Bij een kruising krijgen twee ouders samen nakomelingen.

Een kruising is een overzicht van:
  • Fenotypen en genotypen van ouders
  • De allelen (AA/ Aa/ aa) in de geslachtscellen
  • De mogelijke genotypen en fenotypen van de nakomelingen

Slide 5 - Slide

In een geslachtscel zit altijd:
  • De helft van het aantal chromosomen uit een lichaamscel
  • 1 allel van ieder gen
  • 1 van de 2 geslachtschromosomen 

Slide 6 - Slide

Kruisingen

In een kruisingsschema worden de generaties aangegeven door:


  • P(arents): Ouders (... x ...)
  • F1: De eerste generatie nakomelingen (kinderen)
  • F2: De tweede generatie nakomelingen (kleinkinderen)


Slide 7 - Slide

Stappenplan
  1. Schrijf het fenotype van beide ouders op inclusief het geslacht
  2. Schrijf het genotype van beide ouders hieronder
  3. Schrijf de allelen in de geslachtscellen (gameten) op
  4. Maak het kruisingsschema
  5. Schrijf onder het schema de verhouding in genotypen op
  6. Schrijf daaronder de verhouding in fenotype
1:1
bruin - wit

Slide 8 - Slide

Je kunt met behulp van een kruisingsschema voorspellen wat de kans op een bepaald fenotype bij de F1 generatie is.
Dit kun je in een kruisingschema zetten. 
opties man    = boven horizontaal
opties vrouw = verticaal zijkant
In het schema worden de opties samengevoegd.

Slide 9 - Slide

kruisingsschema
P
Allel in de geslachtscellen
Allel in de geslachtscellen

Slide 10 - Slide

Oefenvraag
1 bruine heterozygote hengst krijgt nakomelingen met 1 blonde merrie.

- Hoe zien de nakomelingen eruit? Geef ook de verhoudingen in het genotype en fenotype.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

P1 heeft bruine ogen genotype AA
P2 heeft groene ogen genotype aa
Sleep de juiste letters naar het kruisingschema:

A
A
a
a

Slide 13 - Drag question

P1 heeft bruine ogen genotype Aa
P2 heeft groene ogen genotype aa
Sleep de juiste letters naar het kruisingschema:

A
a
a
a
T
A
A
a
a
a
a
a
a

Slide 14 - Drag question

Klopt het kruisingsschema?
bruin = dominant
blauw = recessief
Rex (vader) = heterozygoot
Floor (moeder) = blauwe ogen
A
Juist
B
Onjuist
C
Snap hier niets van

Slide 15 - Quiz

Aan de bak!
Lr: 5.1 t/m 5.4, 5.8, 5.9
Mk 5.9 opdracht: 1 t/m 3

Slide 16 - Slide