5.3 Branden en blussen

5.3 Branden en blussen
1 / 57
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 57 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

5.3 Branden en blussen

Slide 1 - Slide

Voor vandaag
  • Vorige les 
  • Uitleg bij 5.3
  • Opdrachten maken bij 5.3
  • Vragen via LessonUp
  • Lesafsluiting

Slide 2 - Slide

Volgende les practicum met beoordeling!

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 5.2 Verbranding en milieu

1. Je leert het reactieschema van een verbranding kennen
2. Je leert wat volledige en onvolledige verbranding is
3. Je leert wat het broeikaseffect is

Slide 4 - Slide

Zonder het broeikaseffect ...
A
... wordt het heel warm op aarde.
B
... blijft de temperatuur op aarde gelijk.
C
... wordt het op aarde net zo koud als in de ruimte.

Slide 5 - Quiz

Waardoor ontstaat het versterkte broeikaseffect?
A
De zon straalt harder
B
Meer broeikasgassen in de lucht
C
Meer broeikassen in Nederland
D
Het gat in de ozonlaag wordt groter

Slide 6 - Quiz

het broeikaseffect wordt veroorzaakt door
A
koolstofdioxide
B
zwaveldioxide
C
stikstofoxiden
D
drijfgassen/raketbrandstof

Slide 7 - Quiz

Is het versterkt broeikaseffect slecht?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz


Wat is het belangrijkste broeikasgas?

A
koolstofmono-oxide
B
stikstofdioxide
C
koolstofdioxide
D
zwaveldioxide

Slide 9 - Quiz

Het versterkt broeikaseffect zorgt voor een opwarming van de aarde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Wat kunnen we doen om de opwarming van de aarde tegentegaan?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Leerdoelen 5.3 branden en blussen

  1. Je leert wat een branddriehoek is
  2. Je leert hoe branden het beste geblust kunnen worden
  3. Je leert hoe branden voorkomen kunnen worden

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video


1. Je leert wat een branddriehoek is

Slide 15 - Slide

Brandvoorwaarden
  • Als je brand/ vuur wil maken heb je verschillende dingen nodig.
  • Wie weet wat?

Slide 16 - Slide

3 brandvoorwaarden
1. Zuurstof
2. Brandstof
3. Ontbrandingstemperatuur

Slide 17 - Slide

1. Zuurstof
Is meestal uit de lucht te halen.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Dus lucht is niet hetzelfde zuurstof 

Zuurstof zit wel in de lucht 

Slide 20 - Slide

2. Brandstof
  • Fossiele brandstoffen, welke zijn dat ook al weer
  • Hout 

Slide 21 - Slide

3. Ontbrandingstemperatuur
  • Voor een brand is er een hoge temperatuur nodig
  • Deze temperatuur hoeft niet bij alles hetzelfde te zijn
  • De ontbrandingstemperatuur verschilt per brandstof

Slide 22 - Slide

Branddriehoek

Slide 23 - Slide

Gasbrander
Bij een gasbrander hebben we alle 3 de voorwaarden van de branddriehoek.



Slide 24 - Slide


2.Je leert hoe branden het beste geblust kunnen worden

Slide 25 - Slide

Hoe blussen wij een brand?
1 van de 3 voorwaarden van de branddriehoek weghalen

Slide 26 - Slide

Hoe blussen wij een brand?
Water

Slide 27 - Slide

Hoe blussen wij een brand?
Schuim 

Slide 28 - Slide



3. Je leert hoe branden voorkomen kunnen worden

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Hoe voorkomen wij een brand?
  • Voorkom dat de ontbrandingstemperatuur word bereikt (rookverbod benzinepomp)
  • Zorg dat er geen brandstof is (kerstversiering en kinderkleding)
  • Zorg dat er geen toevoer van zuurstof is                (branddeuren dicht bij brand)

Slide 31 - Slide

Opdrachten maken KBL
Wat KBL: 5.3 BLZ 24 opdracht 33 t/m 46

Klaar? 1. Nakijken via laptop 2. Aan mij laten zien  



timer
10:00

Slide 32 - Slide

Opdrachten maken BBL
Wat BBL: 5.3 BLZ 24 opdracht 30 t/m 44 
(K en doe-opdr niet)


Klaar? 1. Nakijken via laptop 2. Aan mij laten zien  



timer
10:00

Slide 33 - Slide

Wat hebben we geleerd?
  • Wat een branddriehoek is en hoe deze werkt
  • hoe branden geblust kunnen worden
  • hoe branden voorkomen kunnen worden

Slide 34 - Slide

Hoe noemen we afbeelding hiernaast?
A
Brandvoorwaarden
B
Branddriehoek
C
Vuurdriehoek
D
Driehoek

Slide 35 - Quiz

Wat heb je nodig voor een goede branddriehoek?
A
Ontbrandingstemperatuur, zuurstof en koolstof
B
Ontbrandingstemperatuur, zuurstof en benzine
C
Ontbrandingstemperatuur, zuurstof en brandstof
D
Ontbrandingstemperatuur, zuurstof en vuur

Slide 36 - Quiz

Wat hoort NIET bij de branddriehoek?
A
Een warmtebron
B
Een brandstof
C
Zuurstof
D
Ontbrandingstemperatuur

Slide 37 - Quiz

Ik blaas een kaars uit. Welk onderdeel van de branddriehoek haal ik weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Ontbrandings-temperatuur

Slide 38 - Quiz

Welk onderdeel van de branddriehoek haal ik weg met een kaarsendover?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Ontbrandings-temperatuur

Slide 39 - Quiz

Welk onderdeel uit de branddriehoek wordt weg gehaald met gebruik van de blusdeken?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Ontbrandingstemperatuur

Slide 40 - Quiz

Een brand blussen met water zorgt voor
A
verlagen van de temperatuur
B
afsluiten van de brandstof
C
afsluiten van de zuurstof
D
Zowel A, B en C

Slide 41 - Quiz

De brandweer gebruikt schuim om een brand te blussen. Welke voorwaarde voor verbranding haalt de brandweer dan weg?
A
Brandstof
B
Ontbrandings-temperatuur
C
Zuurstof

Slide 42 - Quiz

De kleding van een klasgenoot staat in de brand. Je weet niet hoe de brand is ontstaan. Wat doe je?
A
Je zet de leerling snel onder de douche.
B
Je gebruikt de koolstofdioxideblusser en blust de kleding van de klasgenoot
C
Je rolt de klasgenoot in een branddeken

Slide 43 - Quiz

Een frituurpan vliegt in brand, hoe blus je deze brand het beste?
A
met water sproeien
B
de brandstof weghalen
C
met een schuimblusser
D
met een deksel

Slide 44 - Quiz

Tijdens het practicum stoot er iemand een pan met kokend water om. Dit water valt over een klasgenoot.
A
Je loopt rustig naar de handdoek en overhandigd deze.
B
Je drukt deze klasgenoot onder de nooddouche.
C
Je pakt de brandblusser en spuit deze leeg op je klasgenoot.
D
Je gaat lachend staan kijken wat er gebeurt.

Slide 45 - Quiz

Wanneer gebruiken jullie de rode noodstop?
A
Nooit
B
Om snel alles op te ruimen
C
Als je denkt dat het gevaarlijk kan worden
D
bij brand

Slide 46 - Quiz

Welke vlam gebruik je bij het aansteken van de brander?
A
Gele vlam
B
Onzichtbare blauwe vlam
C
Ruisende blauwe vlam

Slide 47 - Quiz

Is lang haar toegestaan tijdens een practicum met een brander?
A
Nee, dit mag niet
B
Tuurlijk mag dat!
C
Alleen als er een aantal speldjes in zitten
D
Ja, mits je een staart maakt

Slide 48 - Quiz

Bij gebruik van een brander heb ik altijd een labjas aan
A
waar
B
niet waar

Slide 49 - Quiz

Als je iets gaat verwarmen met de brander moet je de gele vlam gebruiken.
A
Goed, deze vlam kan je gebruiken.
B
Fout, deze vlam zorgt ervoor dat het glas zwart wordt.
C
Fout, deze vlam is te warm voor glas.
D
Goed, alleen de blauwe vlam is nog beter.

Slide 50 - Quiz

Kan ik de brander aan steken?
A
Ja ik kan het zelf
B
Ja ik kan het samen
C
Nee ik heb hulp nodig

Slide 51 - Quiz

Wat voor vlam geeft deze brander?
A
geen vlam
B
gele vlam
C
kleurloze vlam
D
ruisende vlam

Slide 52 - Quiz

Als je een brander aansteekt, moet de luchtschijf ................. zijn.
A
open
B
dicht

Slide 53 - Quiz

Wie heeft er een elektrische fiets/ step?

Slide 54 - Slide

Slide 55 - Video

Slide 56 - Link

Afsluiten
Boeken en materiaal opruimen
Afval opruimen
Stoelen aanschuiven

Denk aan het huiswerk!

Slide 57 - Slide