Renaissance

Renaissance
1400 - 1600
1 / 39
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Renaissance
1400 - 1600

Slide 1 - Slide

Renaissance

Slide 2 - Mind map

Late middeleeuwen of vroege renaissance?
- De kerk en het christelijke geloof verliezen terrein.
- Geloof maakt plaats voor  verstand.
- Burgerij steeds rijker/machtiger door handel.
- Zelfbewustzijn en cultureel besef neemt toe,
de burger gaat zich ontplooien.



Slide 3 - Slide

Renaissance = wedergeboorte
Italië
Kunstenaar niet meer anoniem
Wetenschap opnieuw een plek in de samenleving
Eerste universiteiten



Slide 4 - Slide

algemene kenmerken renaissance
  • burgerij wordt nieuw machtsfactor naast kerk en adel
  • mens staat centraal
  • ontdekkingsreizen
  • uitvinding boekdrukkunst
  • wetenschappen worden ontwikkeld, eerste universiteiten ontstaan
  • kunst statussymbool van de rijke koopmansklasse + maecenassen (rijke burgers die kunstenaars opdrachten geven, onderhouden)
  • stadstaten in Italië
  • bloeiende handel
  • kunstenaars niet langer anoniem
  • kunstenaars eerste wetenschappers; eerste kunstacademies ontstaan
  • uomo universalis / homo universalis 
  • herwaardering onderzoek klassieke beschaving (Grieken en Romeinen)

Slide 5 - Slide

bouwkunst

Slide 6 - Slide

Timpaan
Fries
Halfzuil
Architraaf
Kapiteel

Slide 7 - Drag question




- rustica (grove stenen onderaan het gebouw).
- wekt de illusie dat het gebouw lager is.
 

Slide 8 - Slide

Palazzi

Slide 9 - Slide

- Geometrisch grondplan
- Symmetrie

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

kenmerken bouwkunst renaissance
  • gebruik klassieke elementen: timpaan, architraaf, zuil, kapiteel, halfzuil, pilaster, rondboog, fries, triglief, metope, koepel.
  • gebouwen zijn symmetrisch
  • wiskundige vormen, vooral cirkel en vierkant (hoe symmetrischer de vorm hoe meer schoonheid hoe meer goddelijk)
  • gulden snede vaak als maatstaf (1:1,618)
  • rustica (grove steen in de onderste laag om gebouw minder hoog te doen lijken)
  • nadruk op horizontale belijning
  • ver uitstekende daklijst (om gebouw minder hoog te laten lijken)
  • ‘functionele’ versiering; versiering die nadruk legt op bepaalde vormen, symmetrie, e.d.
  • Vrij sobere versiering
  • centraalbouw of basilicavorm bij kerken
  • palazzi (grote burgerlijke ‘appartementencomplexen)
  • lantaarn op koepel
  • koepel vaak afsluitend element bij kerk
  • balustrade

Slide 13 - Slide

Vanaf de vroege renaissance verandert de positie van de kunstenaar (en wetenschappers). Welke verandering markeren voor kunstenaars de overgang van de middeleeuwen naar de renaissance?

Slide 14 - Open question

Schilderkunst vroege renaissance 

Slide 15 - Slide

Humanisme
Humanisme is een filosofische en ethische houding die de waarde van mensen benadrukt en in het algemeen de voorkeur geeft aan kritisch denken en bewijs (rationalisme en empirisme) boven acceptatie van dogma of bijgeloof.



''laten we altijd alles wat we gaan schilderen ontlenen aan de natuur''

Slide 16 - Slide

Illusie van ruimtelijkheid

Trompe-l'oeil
verkortingen

Slide 17 - Slide

Welke techniek heeft de schilder gebruikt om diepte te creëren?

Slide 18 - Open question

Centraal prespectief

- een- of twee- puntsperspectief
- Natuurlijke middelpunt
- christelijke onderwerpen
 

Slide 19 - Slide

Benoem drie elementen die je herkend uit de klassieke oudheid.

Slide 20 - Open question

Schoonheid orde en harmonie 
- klassieke mythologie
- gelijkmatige belichting
- Figuren zijn strek afgebakend (komen bijna los van de achtergrond) 
- gedetailleerde voorstelling van de werkelijkheid
- pastel kleuren 

Slide 21 - Slide

Hoogrenaissance schilderkunst
                                                                1500

Slide 22 - Slide

Minder uitgebalanceerd 
Minder ingetogen 

Slide 23 - Slide

Atmosferisch perspectief

koelere kleuren
vagere vormen

Slide 24 - Slide

'homo universalis'
de alleskunner



Leonardo da Vinci 

Slide 25 - Slide

Onderzoek naar natuur

Slide 26 - Slide

Waaraan kun je zien dat Michelangelo ook een homo universalis is?

Slide 27 - Open question

kenmerken schilderkunst
  • evenwichtig, harmonieus kleurgebruik
  • veelal tertiaire kleuren, pastelkleuren
  • evenwichtige composities zoals symmetrisch, driehoekscompositie, evenwicht tussen horizontalen en verticalen.
  • allegorie
  • mythologische, sacrale en profane thema’s
  • duidelijke vormbegrenzing (de figuren lijk je uit te kunnen knippen);
  • tekenachtige schilderwijze
  • duidelijke plasticiteit in figuren
  • kunstenaar onderzoekt anatomie door in lijkenhuis lijken na te tekenen en te ontlenen
  • prentkunst ontwikkelt zich sterk door uitvinding boekdrukkunst
  • landschap krijgt prominentere rol binnen veel schilderijen
  • materialen: olieverf, fresco, tempera, krijt, e.d.

Slide 28 - Slide

Beeldhouwkunst

Slide 29 - Slide

Je ziet hier een beeld uit de renaissance. Noem 3 kenmerken die je herkend van de klassieke beeldhouwkunst.

Slide 30 - Open question

Klassieke elementen

- Contrapost houding
- Veel aandacht voor anatomie
- Gebruik van marmer
- Mythologische thema's 

Slide 31 - Slide

Noem 2 verschillen en noem 2 overeenkomsten tussen de beelden.

Slide 32 - Open question

Vroege renaissance 








Brons
Hoog renaissance 








Marmer

Slide 33 - Slide

Statische compositie

- Symmetrische compositie 
- Horizontale compositie 
- Verticale compositie
- Driehoeks compositie


Slide 34 - Slide

Welke compositie zie je hier?
A
Driehoeks compositie
B
Verticale compositie
C
Horizontale compositie
D
Symmetrische compositie

Slide 35 - Quiz

Welke compositie zie je hier?
A
Driehoeks compositie
B
Verticale compositie
C
Horizontale compositie
D
Symmetrische compositie

Slide 36 - Quiz

Welke compositie zie je hier?
A
Driehoeks compositie
B
Verticale compositie
C
Horizontale compositie
D
Symmetrische compositie

Slide 37 - Quiz

- Religieuze thema's 
- Vrij goede stofuitdrukking 
- Ingetogen gezichtsuitdrukking 

Slide 38 - Slide

- invloed van de klassieke beeldhouwkunst, o.a. in mythologische thema’s, gebruik contraposto, materiaalkeuze, aandacht voor anatomie
- vooral gebruik brons en marmer, i.p.v. steen en hout (zoals in de middeleeuwen)
vooral vrijstaande beelden
- naakte beelden om anatomie beter te kunnen laten zien, mythologische thema’s uit te kunnen werken, e.d.
juiste lichaamsverhoudingen
- gezichten tonen ingetogen emotie
- naast religieuze thema’s ook profane en mythologische thema’s
- over het algemeen statische composities, zoals symmetrisch, driehoek, verticaal, horizontaal
- veel contraposto; drukt ontspannenheid, rust uit; is statisch, maar niet stijf; lichte beweging
- marmer veelal gepolijst
- vrij goede stofuitdrukking

Slide 39 - Slide