1HV Oefenen luisterproef

Oefenen luisterproef
Les 2 deze week: Meesterproef luisteren
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Oefenen luisterproef
Les 2 deze week: Meesterproef luisteren

Slide 1 - Slide

Vraagsoort 1:
Lees eerst onderstaande vragen. Luister daarna naar het fragment
 en kruis aan welke vragen Peter  stelt.

 A [0,5p] O Hoe is je hond?
 B [0,5p] O Waar is de telefoon gevonden?
 C [0,5p] O Wat vind je van het zwembad?
 D [0,5p] O Wie zijn er op de verjaardag?

Slide 2 - Slide

Vraagsoort 2:
Lees eerst de zinnen en luister daarna nog naar het fragment. 

 Kruis aan: vrai (waar) of faux (niet waar).

1 [1p] Thomas' broer Louis is 13 jaar oud. O O

Slide 3 - Slide

Vraagsoort 3:
Lees eerst onderstaande zinnen. Luister daarna naar het fragment en onderstreep het juiste antwoord.

 1 [1p] Robin en Adrien zijn verliefd op  hetzelfde / een ander meisje.

Slide 4 - Slide

Vraagsoort 4
Lees de vragen en kruis het juiste antwoord aan.

 1 [1p] Waarom heeft Petra een slecht cijfer?
 A O Ze begrijpt er niets van.
 B O Ze heeft een strenge docent.
 C O Ze heeft onvoldoende haar best gedaan.

Slide 5 - Slide

Tip 1 Wacht!
Wacht op de volgende zin

Vraag: Rogier gaat woensdag naar school waar/niet waar

Je ne vais pas au collège ce week-end
Mais je vais au collège mercredi

Slide 6 - Slide

Tip 2 Woorden!
Schrijf voordat je gaat luisteren woorden op

Vraag: Wat voor sport doet de moeder van Xavier?

Woorden die je kunt opschrijven:

la mère, faire, Xavier, sport

Slide 7 - Slide

Tip 3 Meerkeuze = geen keuze
Zet een kruisje naast antwoorden die het waarschijnlijk niet zijn.

Vraag: Jean-Paul werd dit week-end veertien jaar. Wat heeft Jean-Paul voor zijn verjaardag gekregen?
A een auto B een fiets 
C een nieuwe telefoon D een Ipad
Denk ook aan waar de tekst over gaat

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Bron F hoofstuk 6
Voorbereidend luisteren:

Opdracht 21

Slide 10 - Slide

Aandachtig luisteren

Opdracht 22

Luister naar de woorden die gespeld worden.

Slide 11 - Slide

Spel de woorden
1 activité
2 voici
3 être
4 organisez
5 membre
6 accueil
7 scouts
8 contact

Slide 12 - Slide

Fragment 1
1 Wie is Jean?
A De spelleider.
B De restauranteigenaar.
C Een padvinder.
2 Wat gebeurt er in fragment 1?
A Jean stelt zich voor.
B Jean neemt het programma door.
C Jean vertelt wat ze gaan eten.

Slide 13 - Slide

Fragment 2
3 Waar speelt fragment 2 zich af?
A Op het meer.
B Op het voetbalveld.
C In het restaurant.
4 Waarover praten Aline en Ryan?
A De activiteiten.
B Hun lievelingsvoetbalclub.
C Het eten.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Vocabulaire
Opdracht 25

Slide 16 - Slide

opdracht 26

Slide 17 - Slide