hst 5 paragraaf 2 "van infrarood tot ultraviolet"

hst 5.2 "van infrarood tot ultraviolet"
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

hst 5.2 "van infrarood tot ultraviolet"

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe je het spectrum van wit licht zichtbaar kunt maken.
  • Je kunt de kleuren in wit licht benoemen.
  • Je kunt beschrijven welke kleur licht gekleurde voorwerpen terugkaatsen en absorberen.
  • Je kunt kenmerken benoemen van ultraviolette straling en infrarode straling.
  • Je kunt toepassingen benoemen van ultraviolette straling en infrarode straling.
  • Je kunt uitleggen hoe je je tegen ultraviolette straling kunt beschermen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

regenboog

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Zien

Slide 8 - Slide

Kleuren zien

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Infrarood (IR)
  • Alles zendt IR straling uit.
  • Hoe hoger de T, meer IR
  • IR voel je als warmte
  • Infrarood betekend letterlijk ‘voor het rood’ 

Slide 13 - Slide

Hoe ziet een slang?

Slide 14 - Slide

0

Slide 15 - Video

Warmtebeeld = thermogram

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Toepassingen infrarood
warmtelampen/buitenlampen
infrarood camera’s/alarminstallaties/nachtkijkers
afstandbediening

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Ultraviolet (UV)
  • Je huid reageert hierop en maakt een kleurstof aan: je wordt er bruin van
  • Teveel UV zonnebrand: je huid wordt rood en pijnlijk
  • Gezondheidrisico’s, teveel UV, grotere kans op kanker

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Toepassingen ultraviolet
lampen in zonnebanken/blacklights
oplichten van stoffen: fluoresceren van bankbiljetten

Slide 22 - Slide

fluoresceren = de stof licht op

Slide 23 - Slide

Een stuk glas of plastic waarmee je het spectrum kan laten zien heet
A
Een plectrum
B
Een spectrum
C
Een prisma
D
Een driehoek

Slide 24 - Quiz

Welk soort licht is warmtestraling?
A
alleen ultraviolet licht
B
alleen infrarood licht
C
zowel infrarood als ultraviolet licht
D
wit licht

Slide 25 - Quiz

Van welke straling word je bruin van?
A
Infrarode straling
B
UV straling
C
UV + infrarode straling
D
zichtbaar licht

Slide 26 - Quiz

Welke kleur licht laat een stukje blauw glas door?
A
alle kleuren
B
alle kleuren behalve blauw
C
alleen blauw
D
geen kleuren

Slide 27 - Quiz

Noteer de kleuren van het ‘spectrum’

Slide 28 - Open question

Welke straling voel je als warmte?
A
Infrarode straling
B
UV straling
C
UV + Infrarode straling
D
Zichtbaar licht

Slide 29 - Quiz

UV straling komt voor in?
A
Broedkasten
B
Nachtkijker
C
Zonnebank
D
Gloeilamp

Slide 30 - Quiz

Leg uit waarom de ramen rood oplichten op deze thermogram

Slide 31 - Open question

Onbeschermd zonnen met een lichte huid kan ongeveer 10 minuten.
Hoe lang kun je dan veilig zonnen met beschermingsfactor 30?
A
de hele dag
B
250 minuten
C
10 minuten
D
300 minuten

Slide 32 - Quiz

aan de slag!
maken opdracht 19 t/m 33 van 9.2 

          rood = geluid 0 (iedereen is stil)
          oranje = geluid 0-1 (docent beantwoord vragen)
          groen =geluid 1 (Je mag zachtjes overleggen met buren)
timer
10:00

Slide 33 - Slide