Wat valt je op aan de zinnen?
He nad
ado en la playa. --> Ik
heb gezwommen in de zee.
He comprado un vestido. --> Ik heb een jurk gekocht.
He comido una pizza. --> Ik heb een pizza gegeten.
--> Gebruik van 'el pretérito perfecto'
(voltooid tegenwoordige tijd)