H.3 De Arbeidsmarkt

• Maatschappijkunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Leerdoelen

- Ik kan uitleggen wat de
  arbeidsmarkt is.
- Ik kan de vier sectoren
  herkennen.

- Ik kan uitleggen waarom we
  banen verliezen.

Arbeidssectoren

Je kunt de beroepen in NL verdelen in 4 sectoren:

1. Primaire (eerste) sector

2. Secundaire (tweede) sector.

3. Tertiaire (derde) sector.

4. Quartaire (vierde) sector.

Primaire en secundaire sector

• Primaire sector. De beroepen die hieronder vallen leveren grondstoffen en voedsel. Denk aan; Landbouwbedrijven, jacht, veeteelt, visserij.

• Secundair: De beroepen die hieronder vallen verwerken grondstoffen tot producten. Denk aan; fabrieken.

Tertiaire en quartiare sector

• Tertiair: Verkoopsector. Winkels, horeca, de bank. 

• Quartair; Dienstverlening, maken geen winst! Denk aan werken bij de; Politie, brandweer, ziekenhuis.

Onder welke sector valt deze afbeelding?

1. eerste (primaire) sector
2. tweede (secundaire) sector
3. derde (tertiaire) sector
4. vierde (quartaire) sector

Onder welke sector valt deze afbeelding?

1. eerste (primaire) sector
2. tweede (secundaire) sector
3. derde (tertiaire) sector
4. vierde (quartaire) sector

Onder welke sector valt deze afbeelding?

1. eerste (primaire) sector
2. tweede (secundaire) sector
3. derde (tertiaire) sector
4. vierde (quartaire) sector

Onder welke sector valt deze afbeelding?

1. eerste (primaire) sector
2. tweede (secundaire) sector
3. derde (tertiaire) sector
4. vierde (quartaire) sector

Arbeidsmarkt in beweging

De arbeidsmarkt verandert steeds. Daar zijn een een paar redenen voor:

1. Automatisering

2. De economie

3. Flexibel werken

De economie 

• Gaat het goed met de economie > veel banen
• Gaat het slecht met de economie > weinig banen

Flexibel werken

• Niet van 9.00-17.00 werken op één vaste plek.
  
• Tijdelijk ergens werken (uitzendbureau)
• In één bedrijf op verschillende plekken werken.
• Op verschillende tijden werken.

Automatisering 

Automatisering:

Machines en computers nemen het werk van de mensen over. Het aantal banen daalt. 

Welk beroep heeft de meeste kans op het verlies van banen?

Welk beroep heeft het minste kans op verlies van de baan?

          Opdrachten maken