H1: nakijken zelftoets + oefenen methodesite

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

- Nakijken zelftoets
- Oefenen via de methodesite

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Repetitie H1:
- Je checkt welke fouten je hebt gemaakt in de proeftoets.
- Je weet waar je jouw focus op moet leggen bij het leren van de repetitie van H1.
- Je oefent dat onderdeel op de methodesite van Op Niveau.

Slide 3 - Slide

Wat moet je leren?
Fictie: fictie en non-fictie; realistisch of niet
Grammatica: persoonsvorm (tijd- en getalproef), infinitief en voltooid deelwoord; zinsdelen zoeken, wwg en ond
Spelling: persoonsvorm tt, persoonsvorm vt (klankvast of klankveranderend), voltooid deelwoord
Over taal: woorden met betekenis (opdracht 1, 3 en 5); synoniem
Lezen: tekstdoelen, -soorten en –vormen, de verschillende leesmanieren, onderwerp en opbouw (onderwerp, deelonderwerp, tussenkopjes en alinea’s)

Slide 4 - Slide

Nakijken zelftoets - Fictie
1 Fictie
soap Goede tijden, slechte tijden - stripverhaal - 
Non-fictie:
recept - krantenbericht - nieuwsbericht - een paragraaf uit je lesboek aardrijkskunde
2 Bedenk een voorbeeld van fictie en non-fictie.
3 Een realistisch verhaal zou echt kunnen gebeuren (maar hoeft niet echt te zijn gebeurd).

Slide 5 - Slide

Nakijken zelftoets - Grammatica
4 De clowns | vertonen | dagelijks | hun malle kunsten| in de piste van het circus.
5 Jullie zullen beter moeten opletten!
6 Onze lerares wide de reptitie zo snel mogelijk bespreken.
- De spelers van ons voetbalelftal | organiseerden | gisteren | een barbecue.
                                 ond                                         wwg               wanneer?            wat?

- Wanneer | heb | jij | die nieuwe Iphone 7 | gekregen?
       x               wwg  ond                   wat?                       wwg

Slide 6 - Slide

Nakijken zelftoets - spelling
  • 8a Een goedlopende zin met 'verhuizen' als persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
  • 8b Een goedlopende zin met 'weven' als persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
  • 8c Een goedlopende zin met 'verkleden' als persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.

  • 9a gestaard (volt. dw. - 't kofschip-x)
  • 9b begiet (persoonsvorm tt - zij = ik-vorm + t)
  • 9c print (persoonsvorm tt - zij = ik-vorm + t)
  • 9d geslaagd (volt.dw. - 't kofschip-x)

Slide 7 - Slide

Nakijken zelftoets - Over taal
  • 10 D
  • 11 A
  • 12 belemmert = hinderen
  • 13 telefoon - mobiel

Slide 8 - Slide

Nakijken zelftoets - Lezen
14
  • informeren - informerende tekst - nieuwsbericht
  • amuseren - amuserende tekst - stripverhaal
  • activeren/aansporen/overhalen - aansporende tekst - reclame
  • uitleg geven - uitleggende tekst - gebruiksaanwijzing
  • mening geven - betogende tekst - review van een boek
15 1 = B
2 = C
3 = A

Slide 9 - Slide

Evaluatie
- Welke onderdelen gingen goed?

- Welke onderdelen moet je nog goed leren?

- Hoe ga je dit aanpakken?

Slide 10 - Slide

Oefenen methodesite
- Ga naar SOM
- Klik op leermiddelen
- Klik op de link bij Nederlands
- 2B: E21B0BEE
- 2C: 1A5FC1E9
- Zelftoets maken

Slide 11 - Slide