4.2 Hoe ontstond de industrie? deel 2

Eerst: Herhalen deel 1 van 4.2
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Eerst: Herhalen deel 1 van 4.2

Slide 1 - Slide

Wat is een katoenplantage?

Slide 2 - Open question

Wat is huisnijverheid?

Slide 3 - Open question

Wat deed een spinnenwiel?

Slide 4 - Open question

Welke vormen van energie gebruikte men voor hun spinnenwiel of weefgetouw?
A
windkracht, stoomkracht, spierkracht
B
windkracht, waterkracht, spierkracht
C
waterkracht, stoomkracht, spierkracht
D
windkracht, stoomkracht, waterkracht

Slide 5 - Quiz

Welke energiebronnen vóór 1800? 
PK 
paardenkracht 
Waterkracht 
Spierkracht 

Slide 6 - Slide

Deze les: 4.2 deel 2
Wat zijn nieuwe energiebronnen?
Hoe werkt een stoommachine?
Wat is de industriële revolutie?

Filmpje kijken industriele revolutie  + vragen maken

Slide 7 - Slide

Stoomkracht
Als je water verwarmt (met steenkool) komt er stoom en stoom geeft druk ( denk aan waterkoker)
Mensen gingen energie van stoomkracht gebruiken
Met stoommachines water uit mijnen pompen
Mensen minder afhankelijk van de natuur

Slide 8 - Slide

Steenkool had je nodig voor stoomkracht 
De machines hoefde niet meer met de hand aangestuurd te worden, maar dan was het wel handig dat je bij kolenmijnen in de buurt bent

Slide 9 - Slide

Waarom was de uitvinding van de stoommachine zo belangrijk?
A
Stoomkracht is een gemakkelijk te verkrijgen energiebron.
B
Stoomkracht wordt voor veel verschillende machines gebruikt.
C
Stoomkracht veroorzaakt geen luchtvervuiling.
D
Stoommachines zijn niet duur om te maken.

Slide 10 - Quiz

Stoomkracht
De stoommachines werden bij elkaar gezet en zo ontstonden er fabrieken met werkgevers en werknemers.
  

Spinmachines werden aangedraaid door stoommachines.


Grotere productie (machines werden niet moe)

Slide 11 - Slide

Welke kracht wekt een stoommachine op?
A
Paardenkracht
B
Windkracht
C
Stoomkracht
D
Elektriciteit

Slide 12 - Quiz

Industriële samenleving
Te veel concurrentie dus mensen stopte thuis met de huisnijverheid.
Mensen gingen in huisjes wonen bij de fabrieken.

Het leven veranderde op groot vlak: industriële revolutie.

Slide 13 - Slide

wat past het beste bij: "Industriele Revolutie"?
A
verandering in de manier van denken
B
verandering van manier om met werknemers om te gaan
C
verandering van de manier van produceren
D
grote verandering in korte tijd

Slide 14 - Quiz

Het leven van de mensen veranderde na de komst van fabrieken en de stoommachine. Dit noemen we de
A
industriele revolutie
B
grote verandering van 1900
C
The Big Change
D
fabrikiaire revolutie

Slide 15 - Quiz

Nu: 
Herhalen leerdoelen:
Wat zijn nieuwe energiebronnen?
Hoe werkt een stoommachine?
Wat is de industriële revolutie?
Kijken filmpje industriële revolutie en maken het vragenblad dat ik via Teams stuur.
Deze lever je vóór het einde van de les weer bij mij in. Ik zie jullie graag om 11:45 weer terug

Slide 16 - Slide